Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Tussen de volgende knooppunten bevinden zich smalle tot zeer smalle (grind)paden: 05-06 ; 88-84 ; 50-13 en 13-46.
• Bij knooppunt 50 zit een onhandig punt in de route met een dubbele oversteek, waarna je aan de verkeerde kant van de weg uitkomt; het is daarom handiger om op dat kruispunt meteen rechtsaf te gaan richting knooppunt 13 (het is niet nodig om KP50 ‘aan te tikken’).
• Tussen de knooppunten 50-13-46 gaat de route over een smal en onverhard (grind)pad met onoverzichtelijke bochten, hobbels en hinderlijke paaltjes. Tussen 50-13 moet je een steil talud omhoog naar de Lauwersmeerdijk.
• Tussen de knooppunten 04 en 73 moet je een smal hek (ca. 1 m breed) door om bij de zeedijk te komen.
Toegankelijkheid: deze route is ongeschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.) vanwege bovengenoemde en enkele andere smalle paden en smal hek.
De hoofdfunctie van de Dokkumer Nieuwe Zijlen was en is om de Friese boezem op peil te houden en overtollig water op het Lauwers meer te lozen. De zeekerende functie is nu achterhaald. Sinds de bouw van de sluizen in 1729 is het Dokkumer Grootdiep niet meer toegankelijk voor zeeschepen. De moderne schutsluis wordt vooral gebruikt door de pleziervaart. Tussen de oude en de nieuwe sluis staat een piramidevormig dijkmonument.
Waar het fietspad de (slaper)dijk oversteekt, liggen westelijk twee eendenkooien. Boven op de dijk is goed te zien hoe links de Engwierumerpolder in gebruik is als landbouwgrond. Het gebied rechts, de Ezumakeeg, zou ook boerenland worden, maar kreeg een natuurbestemming. Door de jaren heen is het gebied een waar vogeleldorado geworden en inmiddels voorzien van een vogelkijkhut (aan de route), vanwaar je bergeenden, kluten, rietsgorzen en – als je geluk hebt – ’s winters een zeearend kunt waarnemen.
Wateroverlast is eeuwenlang een groot probleem geweest in dit deel van Friesland. Na de bouw van het (toen) grootste elektrische gemaal Donger Dielen in 1931 in Ezumazijl verbeterde de afwatering naar de Lauwerszee sterk.
Bij Oostmahorn ligt het nieuw gebouwde vakantiepark Esonstad. Vanaf hier vertrekken rondvaarten over het Lauwersmeer en soms ook naar Zoutkamp (fiets meenemen is mogelijk, info: www.vlinderbalg.nl).
De Bantpolder biedt in het najaar en de winter voedsel aan soms wel 15.000 overwinterende brandganzen uit Nova Zembla. In het voorjaar broeden er veel weidevogels. Hun vogelrijkdom maakt deze gebieden langs de Waddenzee uniek, maar veroorzaakt ook overlast aan de boeren. Gelukkig biedt de Europese Vogelrichtlijn bescherming én mogelijkheden voor compensatie.
Ten oosten van de route bevindt zich de Marnewaard, een militair oefenterrein. Langs dit deel van de route zijn het gehele jaar door heel veel verschillende vogels te zien, zoals de lepelaar, bergeend, slobeend, kluut, kemphaan, gele kwikstaart, blauwborst, rietgors en het baardmannetje. Ook laat de grauwe kiekendief zich soms zien.
Na het oversteken van de oude zeedijk ligt Zoutkamp aan je voeten. In het verleden was het een vestingplaats met een belangrijke vissershaven.
In de Kollumerwaard ligt Proefboerderij en Infocentrum Noordelijke Akkerbouw die proefonderzoek doet op het gebied van gangbare en biologische akkerbouw, zoals aardappelen, suikerbieten en groenten. Het natuurgebied Kollumeroord kenmerkt zich door een gevarieerd landschap met moerassen, jonge loofbossen, uitgestrekte graslanden en watervlaktes. Er grazen Schotse hooglanders en Poolse konikpaarden.