Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Net na knooppunt 44 (Oudega) gaat de route over een zeer smal, halfverhard paadje met en sloot ernaast; pas hier je snelheid aan, ga achter elkaar fietsen en houd rekening met tegenliggers.
• Tussen knooppunt 14 en 16 gaat de route over een zeer smal (schelpen)pad.
Toegankelijkheid: deze route is ongeschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.) vanwege bovengenoemde smalle paden.
De Jan Durkspolder is onderdeel van Nationaal Park De Alde Feanen. Hier leeft een zeldzaam diertje: de Noordse woelmuis. Deze grappige muis stelt hoge eisen aan zijn leefomgeving, net als de heikikker. Om kansen voor beide te creëren is een subtielere beheersing door middel van een wisselend waterpeil noodzakelijk, zodat er meer moerasplanten gaan groeien. De Noordse woelmuis leeft solitair en lust graag waterplanten. Het mannetje eet in de paartijd van meerdere walletjes tegelijk en dat is héél goed voor het voortbestaan van de soort. In deze polder zijn twee vogelkijkhutten.
Uitkijktoren Romsicht is een prachtig uitzichtpunt om de Jan Durkspolder af te speuren. Dit is belangrijk Natura-2000 gebied. De kans om een snor te spotten – een zangvogeltje dat op de rode lijst staat – is klein, maar wel aanwezig. Betere kansen zijn er voor wintertaling, zomertaling, grauwe gans en rietzanger. De schuwe sprinkhaanrietzanger komt hier ook voor: een onopvallend zangvogeltje dat zijn monotone triller vooral tegen de avond zingt. Het mannetje laat zich vaker op een open zangpost bewonderen.
De Alde Feanen, gelegen in het Lage Midden van Friesland, bestaan uit verschillende landschappen, maar water en riet spelen de hoofdrollen. In het voorjaar broeden er ruim honderd vogelsoorten, waaronder zeldzaamheden als waterral, zwarte stern, porseleinhoen en roerdomp. Zonder planten en insecten zouden er echter geen vogels zijn. De rietorchis, een knalroze orchideetje, is makkelijk te ontdekken, voor de vleesetende ronde zonnedauw moet u echter door de knieën.
De groene glazenmaker en de Noordse witsnuitlibel zijn zeldzaam, maar er snorren nog 25 libellensoorten rond. Het roze leverkruid is niet alleen in trek bij bijen, maar ook bij de kleurige distelvlinder en de dagpauwoog. De vos heeft dit gebied pas recent ontdekt. De ree heeft niets van hem te vrezen, maar voelt zich bijzonder thuis in de Alde Feanen.
Bezoekerscentrum Nationaal Park de Alde Feanen ligt op een strategische plek bij Eernewoude. Het Fries Landbouwmuseum en Restaurant Buitenplaats It Wiid zijn hier ook gevestigd. Dit interessante natuurcentrum is startpunt van een leuk educatief initiatief: rugzakroutes voor kids van 4 t/m 14 jaar. Met een rugzakje vol onderzoeksmateriaal gaan ze op stap, bijvoorbeeld op het Otterpad, het Waterdiertjespad of het Insectenpad (Koaidyk 8a, www.dealdefeanen.nl, apr.- okt. en schoolvakanties dag. 10-17 uur).
De vaste tentoonstelling in het prachtig ingerichte Fries Landbouwmuseum gaat over tweeduizend jaar agrarische geschiedenis. Er zijn tevens wisselende tentoonstellingen over bijvoorbeeld Amerikaanse windmolens of hoog water (Eernewoude Koaidyk 8b, www.frieslandbouwmuseum. nl; openingstijden zie bezoekerscentrum).
TIP: twee leuke extra bezienswaardigheden aan de route zijn 'It Kokelhûs fan Jan en Sjut', een oudheidskamer en de ooievaarskolonie 'It Eibertshiem' in Eernewoude.
Het meer De Leijen is ontstaan door veenafgraving. Dit natuurparadijs en foerageren broedgebied voor vogels is inmiddels omgetoverd in een recreatiewalhalla waarin minder plaats is voor natuur en vogels. Er zijn aanlegsteigers en eilandjes met aanlegplaatsen en de vaarroutes zijn verbeterd. Doel: meer watersporttoerisme. Volgens Staatsbosbeheer is er ruimte voor natuurliefhebbers én recreanten. De recreanten bevinden zich óp het water, de stiltezoekers genieten vanaf de zandpaden en de fietspaden eromheen. En de vogels? Die wijken uit naar de voor boten onbereikbare gedeelten.