Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en ga waar nodig achter elkaar fietsen.
• Tussen 46-15 moet de (in het seizoen) drukke Provinciale Weg worden overgestoken.
• Kort voor knooppunt 15 bestaat de route uit een schelpenpad.
• Tussen 14-16 bestaat het traject vanaf Kasteel Westhove tot knooppunt 16 uit een (soms onoverzichtelijk) schelpenpad; op dit traject is het in het recreatieseizoen vrij druk; houd rekening met mederecreanten!
• Bij knooppunt 32 gaat de route erg steil de dijk op; stap zo nodig af!
Toegankelijkheid: deze route is in principe geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.), mits je rekening houdt met bovenstaande punten.
Voorbij Koudekerke ziet u restanten van de Atlantikwall, de verdedigingslinie van de Duitse bezetter. Walcheren was een belangrijke schakel in de linie, want vanaf de west- en zuidrand controleerden de Duitsers de Westerschelde en de haven van Antwerpen. Na de oorlog zijn veel bunkers opgeruimd, maar tussen Valkenisse en Vlissingen bleef een aantal bewaard.
Biggekerke is een ringdorp, net als Koudekerke, Meliskerke, Oostkapelle, Serooskerke, Gapinge en Grijpskerke. Deze dorpen ontstonden op een kreekrug bij een kruising van wegen. Bij de splitsing verrees een kerk en door de aanleg van een weggetje achterom kwam de ring tot stand. De kerkring is vaak onregelmatig van vorm. Rond de kerken van de ringdorpen liggen arbeidershuizen, winkels en ambachtsbedrijven. Aan de toevoerwegen naar de ring liggen boerderijen. De meeste Walcherse dorpen stammen uit de 12e eeuw en de kerkjes zijn vaak al oud. Zo ook het kerkje van Biggekerke, waarvan de toren en het koor van omstreeks 1400 dateren.
Voorbij Meliskerke fietst u door lager gelegen poelgronden. De Vliedbergen uit de 12e en 13e eeuw zijn opvallende elementen in dit landschap. Ze hadden vroeger vooral een strategische functie. De plaatselijke machthebber – doorgaans een rijke boer – kon vanaf een eenvoudig, goed verdedigbaar mottekasteel op de top de wijde omtrek overzien.
U passeert de oudste Zeeuwse badplaats, Domburg, en de daaraan grenzende smalle bosstrook van de Manteling met bijbehorende buitenverblijven en kastelen.
Oostkapelle was vroeger een klein agrarisch dorp, waar de boeren de landerijen hadden gepacht van de heren van de buitenverblijven. Nu is het veranderd in een badplaats, maar bij de kerk is het oorspronkelijke ringdorp bewaard gebleven. Aan de kerk valt de vreemde verhouding op tussen de grote gotische toren en het kleine eenbeukige schip. Ooit was het schip veel groter, maar na verwoesting door de troepen van Willem van Oranje (in 1572) werd het schip op veel kleinere schaal weer opgebouwd met stenen afkomstig van de verwoeste kerk.
Voorbij Serooskerke doorkruist u opnieuw lager gelegen poelgronden. De kleiige bodem stond elke winter blank. Dat duurde tot 1929, toen een krachtig gemaal in werking werd gesteld. Aan het hoogteverschil zijn deze poelgronden nauwelijks te herkennen; wel aan het grondgebruik, want hier overheersen weilanden.