Fietsveiligheid route-informatie:
Houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers/mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Tussen knooppunt 21 en 22 gaat de route deels over een smal halfverhard zand/schelpenpad (kan bij regenval modderig zijn!).
• Tussen knooppunt 30 en 60 steetkt de route de (zeer) drukke N343 over, kijk hier extra goed uit.
• Tussen de knooppunten 60-59-58 gaat de route over smalle paden.
• Tussen knooppunt 56 en 36 gaat de route over een smal (1 meter breed) en hobbelig pad van afwisselen klinkers en asfalt.
• Tussen knooppunt 36 en 20 is het fietspad in het bos van slechte kwaliteit (grindpad).
Toegankelijkheid: deze route is ongeschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.) vanwege bovenstaande smalle paden.
Aan een zijkanaal (dwarswijk) van de Dedemsvaart werd in 1820 een kalkbranderij gebouwd. Via de Dedemsvaart vervoerden schippers turf naar het westen; op de terugweg namen zij schelpen mee, die tot kalk werden gebrand. Landbouwkalk om de zure veenakkers geschikt te maken voor het verbouwen van gewassen en kalk voor de huizenbouw. De ovens waren tot in de jaren zestig van de vorige eeuw in gebruik. Tegenwoordig is hier het Streekmuseum De Kalkovens in gevestigd. Een bezoek aan het fraai gerestaureerde complex geeft een goed beeld van de vroegere kalkbranderij (half apr. (Museumweekend)-okt. di-wo-do, za-zo 14-17 uur, zie website).
Al wonen er nog geen 3200 mensen in Slagharen, toch geniet het dorp landelijke bekendheid. Dat komt door winkelier Henk Bemboom. Die zag met de toenemende automobiliteit klanten naar grotere plaatsen afreizen. Hij kocht een weiland, plaatste er vakantiehuisjes, met bij ieder huisje een shetlandpony en wagen, en begon zo Ponypark Slagharen. Mensen stappen nu in de auto en reizen vanuit het hele land naar hem toe. De naam van het bedrijf is tegenwoordig Attractiepark Slagharen. Voor de pony’s moet je nu naar Collendoorn. Slagharen ontstond rond 1840 toen hannekemaaiers (Duitse veenarbeiders) naar Oost-Nederland trokken. Zij stichtten hier een vervenerskolonie op dit iets hoger gelegen (‘haare’) stuk grond (‘slag’).
Een bescheiden monument bij Collendoorn herinnert aan een zwarte bladzijde uit onze geschiedenis. Het markeert de plaats van het voormalige kamp Molengoot. Ruim 350 Joodse mannen moesten hier in 1942 ontginningsarbeid verrichten voor de Duitse bezetter. Een bronsreliëf rond een zwerfkei verbeeldt op aangrijpende wijze het leven en de onontkoombare dood van de dwangarbeiders. Een informatiepaneel geeft verdere toelichting.
Huize Nijenstede (privébezit) dankt zijn naam aan het gelijknamige dorp waaruit Hardenberg is ontstaan. Het landhuis dateert van 1855, maar eeuwen daarvoor schijnt er een middeleeuwse burcht te hebben gestaan die gesloopt zou zijn in de 16e eeuw.
Met het graven van de Dedemsvaart in de eerste helft van de 19e eeuw begon de ontginning van het veengebied ten noorden van de Vecht. Ca. driehonderd arbeidskrachten werden ingezet om het kanaal te graven. Haaks op de hoofdvaart werden zijkanalen gegraven, de zogenaamde wijken. De rechthoekige indeling van het landschap is nog steeds zichtbaar, ten zuiden van het dorp. Ook namen als Zesde Wijk, Scholtenwijk, Samenwijk en Oostwijk verwijzen naar de ontginningstijd.
Bij Dedemsvaart ligt recreatieplas de Kotermeerstal, waar het 's zomers heerlijk toeven is. U kunt er uitrusten of lekker zwemmen na de fietstocht.