Hoe te rijden met een automaat en turbomotor in de Alpen?

Uw Suzuki Swift 1.0 is voorzien van een benzinemotor met turbo.

Turbo

De eigenschappen daarvan zijn veel trekkracht bij lage toerentallen en een hoog vermogen bij een lager toerental. Dat is ideaal in de bergen. De turbo slaat niet opeens aan maar zorgt altijd voor meer lucht in de motor. Daardoor kan er in de relatief kleine motor ook meer brandstof worden toegevoerd. Het resultaat is veel vermogen en koppel (trekkracht) uit een kleine cilinderinhoud. 

Een automaat

Elke verbrandingsmotor levert meer vermogen bij de hogere toerentallen. In de praktijk betekent dat terugschakelen als de auto bergopwaarts niet meer versnelt of zelfs vertraagt ondanks vol gas geven. Bij een automaat gaat dat vanzelf. Dat is het voordeel van een automaat in deze omstandigheden. De automaat zorgt ervoor dat de motor in zijn ideale toerengebied zit.

Afdalen en opgaan

Bij afdalen wordt aangeraden om handmatig terug te schakelen om de auto op de motor te laten afremmen en de gewone remmen zoveel mogelijk te ontlasten. Bij het opgaan van hellingen mag u het aan de automaat overlaten of handmatig een tandje terugschakelen, bij afdalingen moet er handmatig worden teruggeschakeld. De auto weet namelijk niet dat het aan een afdaling bezig is. Daar is handmatig ingrijpen dus nog steeds nodig.