Naar de inhoudLogo van de ANWBANWB Homepage

Tips voor veilig zwemmen

Als de temperaturen stijgen, zoeken we graag massaal verkoeling in zee, meren, rivieren en kanalen. Maar tijdens een heerlijk dagje aan het water komen er helaas nog teveel badgasten in de problemen. En zelfs als je wél kunt zwemmen, zijn er gevaren om rekening mee te houden als je in de zee of in een rivier plonst.

Met deze warmte is iedereen op zoek naar verkoeling. Wat is er lekkerder dan een duik in het koele water. Hieronder vind je tips om veilig in alle soorten wateren te zwemmen.

Zwemmen in zee

De zee stroomt en is altijd in beweging. Dat maakt het zwemmen anders dan in een zwembad. De gevaarlijkste situaties doen zich voor rond muien. Dit is een dieper gedeelte dwars op de kustlijn tussen twee zandbanken in. Het water tussen het strand en de zandbanken stroomt bij eb en vloed naar deze diepere gedeeltes. Hierdoor ontstaat stroming.

In een mui? Wat doe je?

Als je in een mui komt, probeer dan niet tegen de stroming in te zwemmen, maar zwem juist met de stroming mee. Wanneer de stroming minder wordt, zwem dan iets parallel aan de kust. Zwem vervolgens richting de brekende golven – deze herken je aan het schuim op de golven. Daar is het ondiep. Ga daarna richting het strand.

Advies

De Reddingsbrigade Nederland heeft de volgende tips voor zwemmen in zee:

  • Houd minimaal 30 meter afstand van golfbrekers zoals dijken, palen of pieren;
  • Laat kinderen nooit zonder toezicht in zee;
  • Ga nooit alleen zwemmen;
  • Lig je lekker te dobberen op je opblaaskrokodil? Pas op dat je niet afdrijft. Oriënteer je op een bepaald punt op het strand zodat je kunt zien of je bent afgedreven;
  • Kinderen raken nogal eens kwijt op het strand. Schrijf je 06-nummer op een armbandje of op hun hand;
  • De temperatuur van het zwemwater is vaak veel lager dan die van het lichaam (het water in de Noordzee is ’s zomers gemiddeld 18 graden). Is het water (erg) koud? Let er goed op dat je geen onderkoelingsverschijnselen krijgt zoals een bleke huid, rillen, uitputting en coördinatieverlies;
  • Let op waarschuwingsvlaggen en neem ze serieus. Bij een rode vlag mag er niet gezwommen worden. Bij een oranje windzak mag je niet met een luchtbed of rubberboot de zee op.

Zwemmen in meren of plassen

Meren lijken vaak ongevaarlijk om in te zwemmen. Toch zijn er wel degelijk zaken om in ogenschouw te nemen als je een duik neemt.

  • Ga alleen zwemmen in een zandwinplas als dit een officiële zwemplek is;
  • In troebel water kun je niet goed zien hoe diep het water is en of er voorwerpen op de bodem liggen. Duik daarom nooit in troebel water;
  • Let bij koud water op onderkoelingsverschijnselen ;
  • Als het begint te onweren of als je ziet dat er onweer op komst is, verlaat dan zo snel mogelijk het water;
  • Als de watertemperatuur stijgt tot boven de 20 graden is er een toenemende kans op het ontstaan van blauwalgen of botulisme. Houd dan goed de zwemwaterkwaliteit in de gaten via de website zwemwater.nl.

Zwemmen in rivieren en kanalen

Ga je zwemmen in een rivier of kanaal? Dan moet je extra opletten vanwege de scheepvaart en de stroming van het water. Let op het volgende:

  • Zwemmen in de vaargeul is verboden. Ga alleen zwemmen op officiële zwemplekken;
  • Ook in rivieren kan de stroming verraderlijk zijn. De stroming is niet overal even sterk waardoor je er onverwacht door gegrepen kunt worden. Daarnaast kunnen er onder water draaikolken ontstaan;
  • Een binnenvaartschip verplaatst tonnen water en dat heeft minuten nadat het schip is gepasseerd nog effect. Pas op dat je niet wordt meegetrokken door het terugtrekkende water. En onderschat nooit de zuigende kracht van een schroef;
  • Houd er rekening mee dat voor een schipper van een groot schip het haast onmogelijk is om zwemmers te zien. Voor vrachtschepen geldt dat er tot ongeveer 350 meter voor het schip geen zicht is op het wateroppervlak.

Wat moet je doen als je een drenkeling ziet?

Als iemand verdrinkt, heb je uiteraard de neiging om meteen hulp te willen verlenen. Toch adviseert de Reddingsbrigade om dat (niet meteen) te doen, tenzij je daarvoor getraind bent en de omstandigheden kent. Anders kan de situatie verergeren doordat er nog iemand in de problemen komt. Dit moet je doen als je een drenkeling ziet:

  • Blijf rustig en denk aan je eigen veiligheid;
  • Houd de drenkeling en de locatie goed in de gaten. Geef aan dat je hulp inschakelt;
  • Bel 112;
  • Werp een drijfmiddel naar de drenkeling, bijvoorbeeld een plastic bal, luchtbed of een reddingsboei;
  • Als het echt niet anders kan en je zelf fit genoeg bent, kun je het water ingaan om de drenkeling te helpen. Zorg ervoor dat iemand je heeft gezien en dat diegene weet dat je bezig bent met het redden van de drenkeling.


Handig voor onderweg:

Zo zorg je voor verkoeling in de auto
Staan er files?
Hulp bij pech

Kun je niet (zo goed) zwemmen?

Draag dan een zwemvest of een reddingvest. Het klinkt hetzelfde maar een zwemvest en reddingvest hebben een andere functie. Een zwemvest is een drijfhulpmiddel. Het helpt bij het blijven drijven, maar je kunt er nog wel mee zwemmen. Het reddingvest is gemaakt om te redden en heeft als doel om het hoofd boven water te houden. Het advies is om aan boord van ieder vaartuig voor iedere opvarende een reddingvest te hebben.

Bronnen: KNRMReddingsbrigade NederlandZwemwater.nl