Naar de inhoudLogo van de ANWBANWB Homepage

Dubbeltest Lexus ES 300h vs. Volvo S90 Twin Engine

28 maart 2019 De Volvo is zuiniger, maar met de Lexus kost elektrisch rijden minder moeite

De nieuwe Lexus ES is voorzien van een hybride aandrijflijn zonder stekker. Volvo levert diens S90 juist wél als plug-in hybride: welke ‘groene’ zakensedan heeft de voorkeur?

Ruimte

Verstellingsmogelijkheden op de passagiersstoel, een compleet bedieningspaneel in de armsteun: de Lexus ES biedt optioneel alle voorzieningen van een directiewagen, inclu-sief een elektrisch verstelbare rugleuning van de achterbank. De beenruimte achterin is ook nog eens gigantisch, maar wie langer is dan 1.90 meter, kan vanwege de aflopende daklijn niet rechtop zitten. Keerzijde van alle luxe is het feit dat de achterbank niet neerklapbaar is; de bagageruimte wordt dus nooit groter dan 454 liter. De laadopening is weliswaar breed, maar niet diep. In de S90 kun je wél de rugleuning van de achter-bank neerklappen. De kofferbak is met 500 liter inhoud ook groter. In de Zweed is jouw bagage misschien beter af, maar dat geldt niet persé voor de passagiers op de achter-bank. Ook achterin de Volvo schiet de hoofdruimte te kort. Daarnaast heeft de sedan een hoge middentunnel, waardoor je alleen met twee volwassenen kunt plaatsnemen.

Rijgedrag

Beide sedans koppelen een elektro- aan een viercilinder benzinemotor. Het gecombi-neerd vermogen van de Volvo is echter flink hoger: 390- vs. 218 pk. Alles is hoger bij de Zweed: het beschikbare koppel, maar ook het leeggewicht van 1.931 kilogram: de Lexus weegt bijna 200 kilogram minder. Dat voel je wanneer je met beide auto’s onderweg bent: de Volvo is nadrukkelijk op comfort afgesteld, de Lexus biedt daarnaast een zweempje sportiviteit. Dat komt door de lage zit, maar ook vanwege het fijne onderstel, waarmee de ES niet uit zijn spoor te krijgen valt.

De koets van de S90 is wat dat betreft beweeglijker. Daar staat tegenover dat de sedan opvallend stil is: je moet je inspannen om de brandstofmotor aan te horen slaan. Hoe zeer de Japanners ook hun best hebben gedaan de afgelopen jaren: dat gaat je in de Lexus niet lukken. De traploze automaat is nog altijd de achilleshiel van de beroemde aandrijflijn. Bij het accelereren dien je met beleid gas te geven, anders klimt de benzinemotor (te) nadrukkelijk in toeren. Eenmaal op snelheid merk je daar overigens niets van: je hoort dan alleen de wind. In de Volvo zijn het bij afwezigheid van een motordreun de afrolgeluiden van de banden die op de voorgrond treden. Maar dat is ook niet zo verwonderlijk, met de 20-inch exemplaren onder onze testauto. In de S90 drijft de benzinemotor de voorwielen aan en het elektrische exemplaar de achterwielen: je beschikt dus meteen over vierwiel-aandrijving. De Volvo heeft van de twee ook de fijnste stoelen; de exemplaren uit de Lexus bieden te weinig steun aan je benen, ondanks de verlengbare zitting uit onze testauto. Bij de S90 ergeren we ons aan het schakelpatroon van de automaat: je moet stapje voor stapje van ‘R’ naar ‘N’ naar ‘D’ (en ook weer terug). Even snel straatje keren is er dus niet bij.

Verbruik

Het leveringsprogramma van de Lexus ES is wel zo overzichtelijk: welke uitvoering je ook kiest, de krachtbron is altijd dezelfde. Bij Volvo kun je naast de door ons gereden plug-in hybride terecht voor twee reguliere benzine- of drie dieselversies. Het beschik-bare vermogen loopt uiteen van 150- tot 390 pk. Wij realiseerden in de semi-elektrische S90 een praktijkverbruik van 1 op 14,6, waar de fabrikant het zelf heeft over 1 op 50. Wellicht dat je alsnog in de buurt van die wel erg optimistische score komt, wanneer je de plug-in benut zoals dat hoort. Namelijk opladen waar dat gaat! Alleen kan dat niet overal. Daarnaast kun je zo’n stekkerhybride niet straffeloos aan de laadpaal laten staan: zeker op straat is de batterij binnen drie uur vol en dan is het wel zo netjes wanneer je de Volvo weer weghaalt. Dat geeft gedoe, om nog maar te zwijgen van de laadkabel zelf. De Zweden voorzien weliswaar in een speciaal opbergvak in de kofferbak, maar daarvoor zal je het ding iedere keer opnieuw moeten oprollen. Uit tijd-gebrek doe je dat niet gauw, waardoor de kabel de meeste tijd door de bagageruimte slingert. Het elektrische rijbereik van de S90 bedraagt in de praktijk een kilometer of 40; is je stroom op, dan moet de benzinemotor de klus in zijn eentje klaren. Gezien het stevige gewicht van de auto (1.931 kilogram) wordt het dan meteen een dure grap. De Volvo biedt de mogelijkheid om je stroom te bewaren (‘SAVE’) of de brandstofmotor als aggregaat in te zetten (‘CHARGE’).

Voor louter elektrische kilometers heb je in de Lexus geen stekker nodig: de hybride aandrijflijn functioneert ook zonder stroom van buiten-af. Met een druk op de speciale EV-knop wordt de brandstofmotor volledig uitgescha-keld, maar dat plezier is maar van korte duur: de ES houdt dat maar een paar kilometer vol, bij een beperkte snelheid. In tegenstelling tot de Lexus, zie je op het dashboard van de S90 niet welke krachtbron voor de aandrijving wordt gebruikt. De Japanners hante-ren voor de ES een fabrieksopgave van 1 op 22,7. Bij ons bedroeg het verbruik 1 op 16,4.

Gebruiksgemak

De Japanners hebben niet gekozen voor een aanraakscherm. In plaats daarvan bedien je het infotainmentsysteem van de Lexus met een soort muis. We kennen die werkwijze uit hun andere modellen en zijn er nog altijd niet over te spreken. Niet alleen is het lastig om in een rijdende auto de cursor op de goede plek te krijgen; je moet ook nog eens jouw ogen van de weg halen om de juiste functie te selecteren. Onhandig en ronduit gevaarlijk. Op basis van het aantal bekerhouders gaan ze er bij Lexus van uit dat alle andere passagiers achterin plaats zullen nemen: je hebt er voorin maar eentje, plus een flessenhouder. Maar neem je die in gebruik, dan kun je de keuzehendel van de automaat lastig bedienen. En dan is er nog het trekgewicht. Wie smoel heeft op de ES en zichzelf er al mee naar Zuid-Frankrijk ziet toeren, moet de caravan in de stalling la-ten. Er mag namelijk precies 0 kilo aan de trekhaak. Het contrast met de Volvo kan haast niet groter: die weet raad met een aanhanger tot 2.100 kilogram.

Veiligheid

Qua aanvullende veiligheidsuitrusting zijn beide fabrikanten aan elkaar gewaagd. Zo-wel Volvo als Toyota – de moedermaatschappij van Lexus – willen op dit onderdeel namelijk het beste jongetje van de klas zijn. Als klant profiteer je daar van, want de meeste rijhulpsystemen worden standaard meegeleverd. Adaptieve cruise control, een noodstopsysteem met voetgangersherkenning (in het geval van de Volvo worden zelfs grote dieren geïdentificeerd), actieve rijstrookassistentie: het kost niets extra.

Volvo mag als ijkpunt worden beschouwd voor wat betreft de manier waarop de veiligheids-uitrusting functioneert. Geen getouwtrek om het stuur of gapende gaten tussen jou en je voorganger: de hulpsystemen doen wat ze moeten doen, maar blijven verder keurig op de achtergrond. Lexus heeft op dat vlak ook de nodige stappen gezet. De ES grijpt rustiger in dan andere modellen uit het recente verleden, bijvoorbeeld wat het de ac-tieve rijstrookassistentie aangaat. Bij beide merken moet voor dode hoek signalering en een waarschuwing bij kruisend verkeer worden bijbetaald. In het geval van de Volvo kun je die systemen los bestellen; bij Lexus ben je aangewezen op een duurder uitrus-tingsniveau.

Prijs

De Volvo is bijna twee keer zo krachtig als de Lexus, maar daar is de prijs dan ook naar: de plug-in hybride moet minimaal € 66.485 kosten, terwijl je bij de Japanners al vanaf € 52.995 terecht kunt. De S90 is ook beschikbaar met benzine- en dieselmotoren, de ES wordt louter als hybride geleverd. De goedkoopste, reguliere Volvo – een 150 pk sterke diesel – is weliswaar voordeliger dan de Lexus, maar dat scheelt niet veel: prijzen be-ginnen bij € 49.495.  De standaarduitrusting van beide auto’s ontloopt elkaar nauwe-lijks, maar op de voordeligste ES zijn een navigatiesysteem en parkeercamera inbegre-pen. Voor beide zaken moet bij Volvo worden bijbetaald.

Hoewel wij de Lexus hier voor het eerst zien, betreft het alweer de zevende generatie van het model. De Volvo staat aan de vooravond van een opfrisbeurt, waarbij de sedan niet alleen optisch, maar ook onderhuids zal worden aangepakt. Wij reden nog het uitgaande model, in de Inscripti-on-trim. Diens kristallen pookknop en dubbele uitlaat zijn voorbehouden aan de plug-in hybride variant; optioneel heeft deze testauto ook nog een puike stereo en een glazen dak aan boord. De prijs komt daarmee op minimaal € 78.965. Lexus rekent 10 mille minder voor een ES President Line, zoals de auto in deze test figureert: € 68.945 om precies te zijn. Da’s dan inclusief lederen bekleding, een concurrerende dikke stereo, ’n head-up display én metallic lak.

Winnaar

Zolang je de Volvo trouw aan de stekker ligt, is de S90 de duurzaamste van dit duo. De Zweden geven een verbruik op dat twee keer zo zuinig is als dat van de Lexus! De actie-radius louter op stroom is groot genoeg om je woon/werkverkeer mee af te leggen en die kilometers maak je in grote weelde. Is het batterijpakket leeg, dan gaat de teller echter lopen. Bovendien is de Volvo fors duurder in aanschaf. Voor minder geld koop je met de Lexus ES een dynamischer auto, met extra ruimte op de achterbank. De Japanner heeft zo zijn nukken – het beperkte gebruiksgemak en de bediening van het infotainmentsysteem voorop – maar in zo’n ES doe je uiteindelijk niet alleen het milieu een plezier, maar vooral jezelf.

Bekijk ook onze afzonderlijke rijtesten van deze twee testkandidaten:
Lexus ES 300h President Line
Volvo S90 T8 Twin Engine AWD Inscription