ANWB Sagenlandroute
Nederland, Overijssel, Ootmarsum
Een groot deel van Noordoost-Twente, ook wel Twenteland Sagenland genoemd, is waardevol cultuurlandschap waar oude gebruiken beter bewaard zijn gebleven dan elders. Wie kent bijvoorbeeld de Spookhazen, de Hellehond of de Duivel in het koeienvel? In de Twentse dorpen leven deze en andere figuren voort in sagen en legenden die passen bij het afwisselende landschap van bossen, weiden en akkers, doorsneden door riviertjes en beken.
Let op: deze route is in één richting bewegwijzerd met bruin-witte zeskantige borden.
Let op: deze autoroute voert deels over lokale wegen die ook door fietsers (en wandelaars) worden gebruikt. Geef elkaar de ruimte en pas je snelheid aan, dan kan iedereen van zijn tochtje genieten.
Er zijn twee mogelijkheden om de route te rijden.
1. Volg de bordjes
Deze route is in één richting bewegwijzerd met zeskantige bruin-witte borden.
2. Met de gpx
Heb je een navigatieapparaat? Download dan de gpx en upload deze in jouw navigatieapparaat. Hoe je dat doet verschilt per merk en apparaat. Je kunt het beste kijken op de site van het betreffende merk voor een handleiding en/of voor de gegevens van de support-afdeling (als je er niet uitkomt!). Bijvoorbeeld: Garmin of TomTom.
De route-gpx start op:
De splitsing van de N744 en de Broekzijdeweg in Albergen.
Gps: 52.347720, 6.755610.
Maar je kunt deze autoroute overal starten, aangezien deze is bewegwijzerd. Goede startpunten is bv:
- TOP Ootmarsum, Parkeerplaats Stadsweide, Oldenzaalsestraat, Ootmarsum
- TOP Vasse, Hotel-Restaurant Tante Sien, Denekamperweg 210, Vasse
- TOP Ootmarsum, Parkeerplaats Stadsweide, Oldenzaalsestraat, Ootmarsum
- TOP Denekamp, Museum Natura Docet, Oldenzaalsestraat 39, Denekamp
- TOP Het Hulsbeek, Oude Almeloseweg 11, Oldenzaal
- TIP Tubbergen, Grotestraat 62, Tubbergen
- Tourist info De Lutte-Losser, Plechelmusstraat 14, De Lutte
Snellaadpunt langs de route:
- Het Veelsveld, Deurningen: Fastned, 24/7 open (de route kruist hier de A1 tussen Oldenzaal en Hengelo-Noord).
Extra informatie over bezienswaardigheden langs de route: kijk op de Sagenlandroute-pagina van Visit Twente voor extra informatie over bezienswaardigheden onderweg.
Mensen hebben een belangrijke bijdrage aan het landschap geleverd. De oude, statige boerderijen en interessante wind- en watermolens horen daar als vanzelfsprekend bij. Watermolens worden aangedreven via een van schoepen voorzien rad. De plaats waar het water de schoepen raakt, bepaalt het type: onderslag-, middenslag- of bovenslagmolen.
Ook boerderijen nemen een belangrijke plaats in. Het veel voorkomende hallenhuistype wordt ten onrechte vaak als ‘Saksisch’ bestempeld. Hierbij werd er tussen woon- en bedrijfsruimte een scheidingswand aangebracht, aanvankelijk nog van hout, later van steen. De opvallendste kenmerken zijn de bakstenen vakwerkbouw en de houten topgevel. Het iets geknikte, met pannen gedekte zadeldak heeft een witte omlijsting met aan de top een wit gevelteken. Dit bijzonder traditioneel attribuut bestaat uit een aantal boven elkaar geplaatste figuren, die van heidense of christelijke oorsprong zijn. Tot de meest gebruikte motieven behoren de levensboom, het Twentse Ros, het zonnerad, de kelk en de hostie. In het metselwerk zie je vaak een ‘heksenbezem’ (te vergelijken met een heraldische pijlenbundel, maar dan van baksteen). De achterkant van dit type boerderij valt op door de grote staldeuren (de zogenaamde baander- of niendeur), die in het midden gestut worden door de ‘stiepel’, een wit houten balk. Op deze stiepel vind je dezelfde symbolen als bij het gevelteken.
Opmerkelijk zijn ook de crucifixen en kapelletjes, die je vooral in het noorden van de streek tegenkomt.
Borne is de bakermat van de Twentse textielindustrie. Het Bussemakerhuis is een linnenfabrikeurshuis uit 1655 (verbouwd in 1779) met een Lodewijk XV-halsgevel (Ennekerdijk 11). Aan de Koppesbrink staan enkele 18e-eeuwse klopjeswoningen waarin ‘klopjes’ woonden: ongehuwde, vrome vrouwen.
Op een heuvel staat de korenmolen Saoseler Möl, een ronde bovenkruier zonder stelling uit 1870. Natuurreservaat het Molenven is eigendom van het museum Natura Docet in Denekamp. In de oorlog legden de Duitsers in het Molenven een schijnvliegveld aan – compleet met houten vliegtuigen – om de aandacht af te leiden van de vliegbasis Twente.
Een stift was een geestelijke stichting waarin adellijke vrouwen gezamenlijk naar een bepaalde regel leefden (alle stiften werden tijdens de Franse overheersing opgeheven). Het Stift bij Weerselo kwam voort uit een in 1140 door Hugo van Buren gestichte benedictijner abdij. Tegenwoordig bestaat Het Stift uit een kleine kerk, woonhuizen en een schuur. De gebouwen staan in een U-vorm aan een grasveld met eeuwenoude eiken en beuken. De mooiste zijde van de Stiftskerk (circa 1400) ligt van het plein af en heeft vier spitsboogramen en een gotische poort. In de kerk is het oudste stuk een zandstenen doopvont (12e eeuw).
Het Stiftshuis is het voormalige woonhuis van de ‘dames’. Tussen dit gebouw en de kerk bevindt zich de in vakwerkstijl opgetrokken Stiftsschuur (18e eeuw), die nu als restaurant in gebruik is.
Op de Fleringer Es prijkt de zeer oude (1000 jaar wordt wel beweerd) grillig gevormde eik: De Kroezeboom.
In het centrum staat de St. Pancratiusbasiliek, een opvallende combinatie van een gotische zandstenen toren uit 1501 en een neogotische kerk (eind 19e eeuw). Het bovenste deel van de toren ging in 1840 verloren. In de kerk vallen de gebrandschilderde ramen op, vervaardigd door verschillende generaties van de glazeniersfamilie Nicolas.
Ten noorden van Vasse liggen vijf minuten lopen van elkaar de watermolens Bels (1830) en Frans (1870). Beide zijn van het zogenaamde bovenslagtype en worden door een kunstmatig meertje (molenkolk) gevoed. Het aardige van Bels is dat je er iets kunt eten of drinken. In de molen Frans is een kleine expositie ingericht (Oosteriksweg 26).
Ten oosten van de weg naar Ootmarsum ligt het unieke natuurreservaat Springendal dat behoort tot de mooiste en botanisch rijkste beekdalen van ons land. Hier sijpelt het grondwater langs gestuwde bodemlagen naar bronnen die een beekje voeden. Centraal in het Springendal ligt de 18e-eeuwse Erve Meerbekke, een prachtige Twentse boerderij. Hoewel de Kuiperberg maar een geringe hoogte heeft (70 m), geniet je er van een van beste uitzichten van Twente.
Zonder enige twijfel is Ootmarsum met fraaie 17e-eeuwse gevels en vakwerkhuizen het bezienswaardigste plaatsje aan de route. Een stadje dat veel toeristen trekt, mede dankzij de ligging in een fraaie heuvelachtige omgeving. Het toerisme gaf nieuwe impulsen aan oude tradities en gebruiken. Gebruiken als ‘vlöggelen’ tijdens de paasdagen en ‘midwinterhoornblazen’ in de adventstijd worden nog elk jaar gevierd.
Het belangrijkste monument van het oude vestingstadje is de uit Bentheimersteen opgetrokken romaans-gotische pseudo-basiliek H.H. Simon en Judas (13e eeuw; koor 15e eeuw), het enige voorbeeld in ons land van een zogenaamde Westfaalse hallenkerk. In de zuidgevel van de kerk is een kogel ingemetseld met het jaartal 1597. Deze herinnert aan de beroemde veldtocht van prins Maurits, die in dat jaartal de Spaanse troepen heeft verdreven. Vlak bij de kerk staat het voormalige stadhuis (18e eeuw), een gebouwtje met een aardige rococogevel.
In het Openluchtmuseum Ootmarsum neemt een 17e-eeuws ‘loshoes’ (woongedeelte en stallen één geheel) een belangrijke plaats in. Het is ingericht met oorspronkelijke gebruiksvoorwerpen, machines en gereedschappen. In het museum is te zien hoe de Twentse boer omstreeks 1900 woonde en werkte (Smithuisstraat 2).
In de Cosmos Sterrenwacht kun je kijken door een computergestuurde telescoop (Frensdorferweg 22). Iets voorbij Cosmos staat het vakwerkhuisje Klöpkeshoes. In de dagen dat het katholicisme niet openlijk beleden mocht worden, verbleven in dit soort woningen ongehuwde, vrome vrouwen, die door klopsignalen op de deuren van de gelovigen aangaven dat er ergens een kerkdienst bijgewoond kon worden.
In een lus van de Dinkel ligt Landgoed Singraven, een havezathe uit de 14e eeuw. De gevel dateert van de 18e-20e eeuw. De met Ionische pilasters versierde 17e-eeuwse toren met zijn mooi omlijste ingang past beter bij het historische beeld. Tot de kunstschatten behoren 18e-eeuwse schilderijen, een grote boekenschat, meubilair, zilver, serviezen, tapijten en gobelins (Molendijk 37). De onderslagwatermolen (15e eeuw) van Singraven is met drie enorme houten raderen uitgerust. Volgens 17e-eeuwse geschriften bestond er geen betere in heel Twente. Vaststaat dat Ruysdael en zijn leerling Hobbema de molen diverse malen hebben afgebeeld. Sindsdien is er wel het een en ander aan de molen gewijzigd. Als je het treft is de molen in gebruik en wordt er hout gezaagd of koren gemalen (Molendijk).
Denekamp wordt al genoemd in een 13e-eeuws kerkregister. Getuigen van die periode zijn de oudste delen van de romaanse St. Nicolaaskerk, die uit een eenbeukig schip (13e-15e eeuw) en een zware toren (15e eeuw) bestaat. Vlak bij de kerk is het Museum Huize Keizer in een 19e-eeuws patriciërshuis. Rond 1900 dreven de dames Keizer hier hun kruidenierswinkel. Het museum toont stijlkamers en een kruidenierszaak uit grootmoeders tijd (Kerkplein 2).
Al in 1911 stichtte schoolmeester Bernink Natura Docet Wonderryck Twente, het oudste natuurmuseum van Nederland. In een van de zalen wordt met behulp van foto’s, topografische kaarten en diorama’s de landschapsgeschiedenis van Twente in beeld gebracht. Verder komen er zoogdieren, vogels, vlinders en kevers aan bod. In de geologische afdeling zijn zwerfstenen en fossielen te zien en is er aandacht voor het winnen van aardgas, olie en zout (Oldenzaal-sestraat 39).
Het Lutterzand biedt een afwisselend landschap van vliegdennen, grove dennen, jeneverbesstruiken en heide. Een van de grilligste riviertjes van ons land, de Dinkel, heeft in het Lutterzand steile zandoevers gevormd.
Het Arboretum Poort Bulten is in 1912 door L. Springer aangelegd. Bij de meeste houtgewassen is een naambordje geplaatst. Opvallende soorten zijn de Oostenrijkse en de Hongaarse eik, de tulpen-, trompet- en vaantjesboom. Bij de naaldbomen zijn de Chinese tempelboom en de mammoetboom het vermelden waard (Lossersestraat 70A. Dag. zonsopgang tot -ondergang).
AI in de 11e eeuw had Oldenzaal de reputatie van een bloeiende handelsstad dankzij de opname in de internationale Hanzebond. De zandstenen romaanse kruisbasiliek St. Plechelmus (12e eeuw) neemt een dominante positie in. Bezienswaardig in het interieur zijn het Vlaamse drieluik (begin 16e eeuw) met de geschiedenis van de drie koningen, een houten pita (eind 15e eeuw) en een barokke preekstoel. De kerkschat telt enkele 16e-eeuwse stukken.
Het Palthe-huis is een mooi patriciërshuis (17e eeuw) met bijbehorend vakwerkkoetshuis en vormt de passende behuizing voor een historisch museum met aandacht voor de geschiedenis van Oldenzaal (Marktstraat 13).