Nationaal Park Oosterschelde
Kijk daar, een bruinvis!
De Oosterschelde vormt het natste – en grootste – nationale park van Nederland. De unieke getijdennatuur vormt een veilige haven voor tal van trekvogels. Maar houd tijdens je wandeling, fiets- of vaartocht ook de ogen open voor groter wild.
Woest water
Nationaal Park Oosterschelde bestaat voor 95 procent uit water. Wie denkt dat het daarom één pot nat is, is er duidelijk nog nooit geweest. Het dynamische, Zeeuwse landschap verandert terwijl je ernaar kijkt. Omdat de Oosterschelde via de stormvloedkering in open verbinding staat met de Noordzee, stroomt er tweemaal daags 800 miljard liter zout water naar binnen – en weer terug. De zee en het zand spelen zodoende voortdurend pingpong. Nat, droog, nat, droog, nat, droog. De plant- en diersoorten die op de zandplaten vol geulen leven, worden voortdurend heen en weer geslingerd tussen eb en vloed.
Grootste nationale park van het land
Wie tijdens vloed uitkijkt over het drijfnatte decor kan zich moeilijk inbeelden dat de Oosterschelde tot ver in de middeleeuwen nog maar een bescheiden rivierarm was. De zee klotste echter steeds brutaler de streek binnen, waardoor boeren en burgers zich genoodzaakt zagen om hun biezen te pakken en hun land terug te geven aan de natuur. Sinds de watersnoodramp van 1953 en de daaropvolgende aanleg van de Oosterscheldekering in 1986 is het woeste water wat beteugeld en het getijdenverschil teruggelopen tot gemiddeld nog ‘maar’ een meter of drie. Toch trekt de natuur nog altijd aan het langste eind. Vandaar ook dat het gebied in 2002 werd uitgeroepen tot het grootste nationale park van Nederland.
Steltlopers en zoutplanten
Zeehonden en bruinvissen zijn in de Oosterschelde de sterren van de show. Wie vanaf de wal geen glimp kan opvangen van een glad zeehondenkoppie, kan met een rondvaartboot het hele jaar op zeehondensafari. Vanaf de boot zijn de dieren vaak goed te zien, zonder dat ze daar hinder van ondervinden. Om een bruinvis te zien zwemmen moet je wat meer geluk – of betere ogen – hebben.
Het wemelt in Nationaal Park Oosterschelde ook van de vogels. Steltlopers zoals de scholekster, kluut en tureluur scharrelen bij eb op de drooggevallen zandplaten, om vervolgens bij vloed uit te puffen in de inlagen en karrevelden achter de dijken. Viseters zoals zilvermeeuwen, futen en aalscholvers kun je ook bij hoog water zien jagen.
Meer een floraliefhebber? Op de schorren en slikken groeien plantensoorten die goed tegen het zoute water bestand zijn. Op de bladeren van de lamsoor en het Engels slijkgras kun je hun uitgezwete zoutkristallen zien glinsteren in het zonlicht.
Strand- en boswandeling
In het grootste deel van Nationaal Park Oosterschelde heb je weinig aan wandelschoenen. Toch zijn er een aantal uithoeken waar je prima kunt kuieren zonder de sokken uit te hoeven wringen. Zo ligt er op het voormalige werkeiland Neeltje Jans een gevarieerd gebied van duinen, slufters, oevers en inlagen waar je een prima ommetje kunt maken. Ook het aangrenzende strand is de moeite waard. Na de Watersnoodramp van 1953 werden er in het Krekengebied Ouwerkerk en de Schelphoek bovendien de nodige bomen geplant, die nog altijd het decor vormen van menig boswandeling.
Fietsen langs de rietlanden
Ook de fiets is niet bepaald geschikt om de kletsnatte natuur van de Oosterschelde te ontdekken. Toch krijg je vanaf de wal nog steeds een aardig beeld van het gebied, zo bewijst de Oosterschengeroute van de ANWB. Vanuit Kattedijke slingert deze 34 kilometer lange fietstocht langs de noordkant van Walcheren en het zuiden van het nationale park. In het eerste deel van de rit kun je in de rietlanden uitkijken naar kiekendieven, karekieten, lepelaars en aalscholvers. Aan het slot wachten de terrassen van Goes.
Tip: De Oosterschengeroute kun je afleggen met behulp van de gratis ANWB Eropuit-app. Verkeerd rijden is lastig; onderweg zie je op het kaartje waar je bent.
Duiken in de Oosterschelde
Niet alleen boven water wemelt het van de natuur. Ook voor veel vissen, kwallen, wieren en koralen vormt Nationaal Park Oosterschelde een onmisbaar leefgebied. Het is de reden waarom het gebied ook in trek is bij Nederlandse duikliefhebbers.
Nog geen duikbrevet op zak? In en om de ondiepere wateren mogen bezoekers voor eigen gebruik mosselen, oesters en alikruiken bij elkaar scharrelen. Je vindt ze vaak langs de randen van de strandjes, aan de voet van de dijk. Lees voor je op speurtocht gaat de regels en richtlijnen van de parkbeheerders goed door. Met een beetje geluk kun je langs de vloedlijn ook een uitgebroed roggen- of haaienei vinden.
De Deltawerken
Niet alleen het getij heeft grote invloed op het landschap van het nationale park. Zonder de aanleg van de Oosterscheldekering zou het gebied er totaal anders uit zien. De kering is goed te zien vanaf de kant van het Topshuis op Neeltje Jans. Wie van nog dichterbij kennis wil maken, moet een kaartje kopen voor Deltapark Neeltje Jans, het themapark waar je alles kunt leren over de ramp van 1953 en de daarna aangelegde Deltawerken.
Overnachten
Een dag aan de Zeeuwse kust verblijven is leuk. Maar wie meerdere dagen blijft plakken rond de Oosterschelde krijgt pas echt een vakantiegevoel te pakken. Tal van bungalowparken, campings, hotels en B&B’s in de omgeving zijn benoemd tot officiële gastheren van het nationale park. Dit houdt in dat ze het gebied op hun duimpje kennen en dus ook een goede vraagbaak zijn voor alle vragen over getijvoorspellingen, vaartijden en georganiseerde activiteiten.
Praktische informatie
Nationaal Park Oosterschelde is een natuurgebied zonder hek, hoofdingang of openingstijden. Op het eiland Neeltje Jans, in het Topshuis, zit een onbemand informatiecentrum. Op veel binnendijkse delen van het park zijn honden welkom; aangelijnd of soms los (aangegeven met bordjes). Om vogels rust te geven zijn de meeste drooggevallen slikken niet toegankelijk voor wandelaars.