Naar de inhoudLogo van de ANWBANWB Homepage

Tijdig richting aangeven

Vraag gesteld door een ANWB-lid op 19 mei 2023

Situatie: auto rijdt richting een kruising, wil op de kruising linksaf slaan. Voordat de kruising bereikt wordt, kruist de auto nog een straat waar linksaf voor auto’s verboden is(éénrichtingsverkeer), voor fietsers bv wel mogelijk. Mag de auto dan vóórdat deze de genoemde straat gekruist heeft, al de richtingaanwijzer aandoen voor het verderop, op de kruising, naar links gaan? Of is dat verwarrend voor andere verkeersdeelnemers die mogelijk abusievelijk aannemen dat de auto al vóór de kruising naar links zal afslaan, de éénrichtingsverkeer straat in?

Antwoord van Chaim

Antwoord van Chaim

ANWB Expert

Wanneer u als bestuurder van een auto op een kruispunt kruispunt linksaf wilt slaan, dient u tijdig richting aan te geven. Bij het gebruik van de richtingaanwijzer moet worden vorkomen dat er verwarring ontstaat bij andere weggebruikers. In de situatie waarbij kort voor het kruispunt waar u wenst af te slaan, nog een andere (theoretische)mogelijkheid bestaat om (eerder) af te slaan, ontstaat een conflict tussen de opdracht om tijdig richting aan te geven en de opdracht om geen verwarring te veroorzaken bij andere weggebruikers. U wilt graag weten vanaf welk moment u in deze situatie de richtingaanwijzer moet gebruiker. 

Gebruik richtingaanwijzers
Op grond van art. 17 lid 2 RVV 1990 moeten bestuurder alvorens af te slaan een teken met hun richtingaanwijzer en/of met hun arm geven. Voorts moeten bestuurders van motorvoertuigen en bromfietsen op grond van art. 55 RVV 1990  de richtingaanwijzers gebruiken indien zij willen wegrijden, willen inhalen, de doorgaande rijbaan willen oprijden en verlaten, indien zij van rijstrook willen wisselen en bij alle andere belangrijke zijdelingse verplaatsingen.  

Rijprocedure
Het CBR publiceert een zogenoemde 'rijprocedure' waarin het meest wenselijke verkeersgedrag van bestuurders wordt omschreven. Uit deze rijprocedure volgt o.a. dat het wenselijk is wanneer men op de auto(snel)weg circa 300m voor het afslaan en dus voor de uitvoegstrook begint de richtingaanwijzer aanzet. Voorts is het in de verkeersschoolbranche gebruikelijk om aan te leren om in overige situaties buiten de bebouwde kom ongeveer 200m vóór het afslaan richting aan te geven en binnen de bebouwde kom 100m voor het afslaan richting aan te geven. In 30km-zones is vaak 50m voor het afslaan voldoende tijdig. 

Voorkom verwarring
Het gebruik van de richtingaanwijzer is vooral bedoelt om andere weggebruikers te waarschuwen voor een voorgenomen verplaatsing. Het is om die reden goed om de richtingaanwijzer aan te zetten op het moment dat er geen verwarring meer kan ontstaan over de te volgen richting. 

Boetes en aansprakelijkheid
Het is strafbaar om geen richting aan te geven in de in het RVV 1990 genoemde gevallen. De boete bedraagt € 110,- voor het niet gebruiken van de richtingaanwijzer. Het niet of niet juist gebruiken van de richtingaanwijzer kan voorts tot gevolg hebben dat men (mede)aansprakelijk wordt gesteld voor de gevolgen van een aanrijding. 

Conclusie
Op grond van de wet geldt het vereiste dat u richting aangeeft voordat u afslaat en in de overige gevallen waarbij het gebruik van de richtingaanwijzer verplicht is op het moment dat u de verplaatsing wilt gaan uitvoeren. Enerzijds is het gewenst om (ruim) van te voren de intenties kenbaar te maken, binnen 30 km-zones ongeveer 50m voor het afslaan. Anderzijds bestaat het risico dat andere weggebruikers een eerdere verplaatsing verwachten bij het (te) vroeg aangeven van richting en dat daardoor een gevaarlijke situatie ontstaat. Ter voorkoming van verwarring bij andere weggebruikers is het advies om in de door u omschreven situatie pas richting aan te geven ter hoogte van de eerste (theoretische) kruising of net na het passeren van dat kruispunt. 

Meer weten?
Verkeersregels in Nederland | ANWB