Pompend remmen

 

U vraagt of je altijd pompend moet remmen óf alleen bij gladheid.

Sinds 2004 is het voor alle nieuwe auto's binnen de Europese Unie verplicht om over een ABS te beschikken. Het pompend remmen, dat met name vroeger bij je rijopleiding werd geleerd bij gladde en natte omstandigheden, is dus min of meer door de techniek overbodig gemaakt.

Het ABS-systeem zorgt ervoor dat de auto tijdens een noodstop bestuurbaar blijft. Het ABS regelt het remmen elektronisch. Sensoren in de wielen houden in de gaten of er een wiel dreigt te blokkeren. Zo ja, dan vermindert ABS kort de remkracht op dat ene wiel. Zodra dat wiel weer grip krijgt – dus dezelfde rotatiesnelheid als de andere wielen – bouwt het systeem de remdruk weer op. Dat proces herhaalt zich voortdurend (wel tien tot vijftien keer per seconde). Feitelijk is dat dus pompend remmen waar de bestuurder zelf niks voor hoeft te doen. Het wordt dus voor je geregeld wanneer de situatie dat dus wenselijk maakt. Je hoeft dus alleen maar te remmen en het ABS-systeem doet nauwkeurig z'n werk indien nodig.

Dus wanneer u over een auto beschikt mét ABS kunt u 'pompend remmen' gerust vergeten. Bij de oudere generatie auto's of klassiekers kan ouderwets pompend remmen wél een nuttige ingreep zijn van de bestuurder. Dus met name wanneer de wielen bij een remactie dreigen te blokkeren en de auto daardoor onbestuurbaar dreigt te geraken. Dat is dus zeker niet altijd maar met name bij gladde en natte omstandigheden, vooral bij een noodstop. Dus zeker niet altijd. Je moet dan als berijder wel heel snel kunnen anticiperen op de situatie, en is het nog maar de vraag of je in een 'split second' nog zo adequaat kunt zijn. Vandaar dus ABS als uitvinding.