Samen veilig op straat
Geschiedenis van verkeersveiligheid
Aan het begin van de twintigste eeuw verscheen steeds meer gemotoriseerd verkeer op straat. De verkeersveiligheid kwam daardoor al snel in het gedrang, vooral die van kinderen. Daarom ging de ANWB aan de slag met de veiligheid van kinderen in het verkeer.
In 1924 startte de bond met verkeerslessen op scholen. De ANWB liet platen drukken voor die lessen en verspreidde het boekje Veiligheid voor alles, bedoeld voor de hogere klassen van de basisschool. Ook de verkeerspolitie bezocht de scholen om voorlichting te geven. Daar verwachtte de ANWB veel van. De bond gaf de korpsen het boekje De regels van den weg, posters, spelletjes en kleurboekjes om te verspreiden. Daarmee kon de politie kinderen leren hoe belangrijk het was dat ze zich aan de verkeersregels zouden houden.
Voorlichtingsplaat over het belang van voldoende licht, jaren twintig.
Voorlichting aan kinderen over de verkeersregels bij een verkeersmaquette, jaren twintig.
Voorlichtingsplaat over het belang van rechts houden, jaren twintig.
Meer ongelukken
In 1932 organiseerde Veilig Verkeer Nederland (VVN) de zogenaamde voetgangersweek. De vereniging wilde aandacht vragen voor de verkeersveiligheid, met name voor die van voetgangers. Ze bracht vooral het oversteken onder de aandacht. Voetgangers moesten gebruikmaken van voetgangersoversteekplaatsen en vluchtheuvels, vond VVN. ‘De rijweg is voor de wandelaars even gevaarlijk als de onbewaakte overweg voor den automobilist’, hield een pamflet de voetgangers voor. De vereniging had gelijk. Met de toename van het verkeer nam ook het aantal verkeersongelukken toe. De ANWB steunde de campagnes van de nieuwe organisatie en bleef daarnaast zelf aandacht vragen voor verkeersveiligheid. Deskundigen waren het erover eens: tachtig procent van de ongevallen kwam doordat weggebruikers zich niet goed aan de regels hielden. Om hun gedrag bij te sturen maakte de ANWB in de jaren dertig een grote hoeveelheid propagandamateriaal, zoals films, posters en sluitzegels.
Rijbewijs verplicht
De ANWB had nog een andere troef: het rijbewijs. Sinds 1927 was de ANWB samen met andere verkeersbonden verantwoordelijk voor de uitgifte van rijbewijzen via het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De bond was aanvankelijk een felle tegenstander van een verplicht rijexamen: het zou een aantasting van de persoonlijke verantwoordelijkheid zijn. Toen de verkeersonveiligheid verder groeide, veranderde de bond van standpunt. In de jaren dertig zou de ANWB ook veel aandacht schenken aan de voorlichting van automobilisten. Zo bracht het in 1935 de bioscoopfilm De veilige weg uit, die waarschuwde voor rijden onder invloed.
Eigen rijopleiding
De ANWB vindt verkeersveiligheid nog altijd erg belangrijk. Zo test de vereniging wegen, voertuigen en accessoires zoals autostoeltjes. De ANWB is nog altijd vertegenwoordigd in het CBR. Daarnaast heeft het een eigen rijopleiding en organiseert het slipcursussen voor automobilisten. Verder doet de ANWB mee aan campagnes die automobilisten waarschuwen voor de gevaren van smartphones in het verkeer, te hoge snelheden en het rijden onder invloed van drugs of alcohol.
Deel deze pagina