De mooiste bezienswaardigheden van Rhône-Alpen
Wandel naar de watervallen van Cirque du Fer-à-Cheval, verken de doorgangen en binnenplaatsen van Lyon en stap in Grenoble in de kabelbaan naar het Fort de la Bastille. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van Rhône-Alpen.
Wat te doen in Rhône-Alpen?
De regio Rhône-Alpen is het hele jaar een aantrekkelijke vakantiebestemming. De hoge bergen tegen de grens met Italië in het oosten bieden volop gelegenheid voor wintersportliefhebbers, terwijl wandelaars en fietsers hier in de overige seizoenen genieten. In de middeleeuwse dorpen en steden als Yvoire zijn sfeervolle straten en pleinen. En in het glooiende landschap van de Beaujolais-streek produceert men vol trots de wereldberoemde gelijknamige wijn. Bewonder de paragliders boven het Meer van Annecy, sta op het ‘dak van Europa’ bij de Mont Blanc en verken het wintersportmekka Les Portes du Soleil. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van Rhône-Alpen.
1. Door het oog van de naald in nationaal park La Vanoise
Nationaal park La Vanoise loopt langs de grens met Italië, is tien keer zo groot als de Hoge Veluwe en daarmee een van de grootste beschermde natuurgebieden van Frankrijk. In dit park vind je ruim honderd bergtoppen die meer dan 3000 meter hoog zijn. De wens tot het oprichten van een nationaal park ontstond in de jaren zestig om de natuur tegen de effecten van drukker wordende wintersportgebieden, als die van Tignes en Val d’Isère, te beschermen.
Verken het park tijdens een rondwandeling van 8 kilometer over bergpaden vanuit Tignes naar Aiguille Percée, het ‘oog van de naald’. Deze bijzondere rotsformatie bestaat uit een stenen boog, die op een oog in het gebergte lijkt. Je overbrugt 700 meter hoogteverschil en hebt een panoramisch uitzicht over de vallei en de Grand Casse, de hoogste berg van het Vanoise-massief: 3855 meter. Spot steenbokken en gemzen die zich met het grootste gemak over de rotsen bewegen, terwijl steenarenden waken vanuit de lucht.
2. Annecy: ‘het Venetië van de Alpen’
De stad Annecy ligt tussen de Alpen van de Haute-Savoie. Het is heerlijk slenteren door de steegjes van het autovrije middeleeuwse centrum. Regelmatig stuit je op de rivier de Thiou of een zijkanaal. Bruggen met fleurige bloembakken brengen je verder de stad in, zoals de Pont d’Amour. Deze stalen boogbrug uit begin 20e eeuw, overkapt door platanen, is een populaire plek voor huwelijksaanzoeken. Annecy heeft meer waterwegen dan straten. Geen wonder dat het de bijnaam ‘het Venetië van de Alpen’ draagt.
Het aangrenzende Meer van Annecy is een van de bekendste bezienswaardigheden van Rhône-Alpen. Dit bijna 15 kilometer lange en tot 3 kilometer brede meer, gevoed door smeltwater van gletsjers, is een van de helderste meren van Europa. Relax aan een gras- of zandstrand en geniet van het kleurrijke schouwspel dat paragliders zwevend boven het meer verzorgen. Liever zelf actief? Maak een rondje op de waterfiets, sup naar de overkant of race achter een speedboot op waterski’s.
3. Het Franse wintersportmekka Les Portes du Soleil
Les Portes du Soleil is een van de grootste wintersportgebieden ter wereld. Er zijn ruim tweehonderd liften en 650 kilometer aan pistes tussen 900 en 2466 meter hoogte – alles met één liftpas bereikbaar. Deze imponerende cijfers hebben grote aantrekkingskracht op het wintersportpubliek. Het sneeuwzekere gebied bestaat uit twaalf skiresorts, deels in Zwitserland. Je treft hier voor velen bekende plaatsnamen als Avoriaz, Morzine en Champery, voor accommodatie en après-ski.
Ga in Les Portes du Soleil op skisafari: diverse pistes en liften vormen een aaneengesloten ketting van ski- en snowboardplezier. Van ’s morgens vroeg tot de laatste lift sluit, trek je van berg tot berg, van dal tot dal, over alpenweiden en door sparrenbossen en hoef je geen enkele piste twee keer te nemen. Even het skiën onderbreken? Sluit aan bij een yogales op de piste van Les Gets. Kies elke dag een andere route en verwen jezelf onderweg in een van de karakteristieke berghutten met een fondue of een raclette.
4. Mont Blanc: ‘het dak van Europa’
Met een hoogte van 4809 meter is de Mont Blanc de hoogste berg van het Europese continent westelijk van de Kaukasus en heeft als bijnaam ‘het dak van Europa’. Hierbij is de 17 meter hoge laag van eeuwige sneeuw op de top meegerekend. Franse cartografen bepaalden in 1865 dat deze top net aan de Franse zijde van de grens met Italië ligt. De Italianen hebben dit altijd in twijfel getrokken en claimen dat de top precies over de grens loopt.
Geen stijgijzers of pikhouwelen mee? Stap dan in de Téléphérique de l’Aiguille du Midi vanuit Chamonix. In 20 minuten brengt deze kabelbaan je – met halverwege een overstap – van 1036 naar 3777 meter hoogte. Vervolgens neem je de lift naar 3842 meter voor het absolute hoogtepunt, letterlijk en figuurlijk. Er zijn overal witte toppen om je heen en gletsjers langs de hellingen. Zie ook de alpinisten – van afstand slechts kleine stipjes – die de moeilijke weg naar boven nemen.
5. De 21 haarspeldbochten van de Alpe d’Huez
Veel wielerliefhebbers willen minimaal één keer de 21 haarspeldbochten van de Alpe d’Huez bedwingen. De Alpe d’Huez spreekt als roemruchte bergetappe in de Tour de France immers tot de verbeelding. De berg staat bekend als ‘de Nederlandse berg’, omdat hier al acht keer een Nederlander als eerste over de finish van een Tour-etappe kwam. Bocht 7 is de zogenaamde ‘Nederlandse bocht’. Hier verzamelen zich de meeste oranjefans om hun zwoegende helden aan te moedigen.
Het overbruggen van ruim 1100 meter grote hoogteverschil over het 14 kilometer lange traject vanuit Le Bourg d’Oisans tot aan de top is geen gemakkelijke taak. Het stijgingspercentage wisselt sterk en loopt op tot 14 procent. Af en toe vlakt de weg even uit, zoals bij het gehucht La Garde. Onderweg zie je in elke bocht een informatiebord over een etappewinnaar. De verlossende rode vlag na de laatste bocht geeft aan dat er nog 1 kilometer is te gaan. Dat geeft moed.
6. Het Meer van Genève: ‘zee in de bergen’
Het Meer van Genève ligt op de grens van Frankrijk en Zwitserland en is met bijna 600 vierkante kilometer het grootste binnenmeer van Midden-Europa. Vanwege deze enorme omvang en de ligging, heeft het de bijnaam ‘de zee in de bergen’. In de zomer loopt de watertemperatuur op tot 22 graden. Spreid dan je handdoek op het grasveld of zandstrand van het 300 meter lange Plage d’Excenevex en bereid na het zwemmen een grillmaaltijd op een van de uitgestalde barbecues.
Stap in de plaats Évian-les-Bains op een veerboot die je in 35 minuten naar het Zwitserse Lausanne aan de overkant brengt. Onderweg heb je prachtig uitzicht op de besneeuwde toppen van de Alpen – met de Mont Blanc – in het zuiden en oosten, waarvan de uitlopers abrupt in het meer lijken te eindigen. In het noorden en westen zijn het de iets lagere bergen van de Jura en de tegen de hellingen gebouwde dorpen en steden als Saint-Sulpice die het uitzicht bepalen.
7. Prikkel je zintuigen in Yvoire
De meeste dorpen en steden langs het Meer van Genève liggen aan de Zwitserse zijde, maar in Frankrijk zijn er ook een aantal juweeltjes. Zo vind je hier het dorp Yvoire, dat je via een van de twee middeleeuwse poorten binnengaat. Klimop bekleedt de stenen muren van de oude huizen en bloembakken sieren de vensterbanken. Je lest je dorst in kleine drinkfonteinen en ziet het meer regelmatig tussen de gebouwen door.
Tussen de jachthaven en de oude vissershaven staat het 14e-eeuwse Chateau d’Yvoire, deels met zijn fundamenten in het water. Het kasteel is privébezit en alleen van buiten de bekijken, maar de voormalige kasteeltuin is wel te bezoeken en herbergt tegenwoordig de Tuin van de Vijf Zintuigen. Ruik de salie, proef de munt en voel de donsachtige blaadjes van de primula auricula. Geef je ogen de kost aan de fraaie kleuren van de paarsblauwe clematis en luister naar een zebravink in het vogelbad.
8. De geheimzinnige doorgangen van Lyon
Waar de rivieren de Rhône en de Saône samenvloeien, ligt de stad Lyon. Deze stad is gesticht in de 1e eeuw v. Chr. en biedt alle mogelijke architectonische stijlen. Van Romeinse theaters als het Odéon en de gotische Cathédrale Saint-Jean tot de architectuur van het stadsvernieuwingsproject in Confluence. Deze wijk, op het schiereiland Presqu’île, bestond uit pakhuizen en scheepswerven en huist nu ultramoderne bouwwerken. Le Cube Orange, een oranje kubus met gaten, springt direct in het oog. Bekijk ook de opvallende woningen langs de kade, die eruitzien als opengetrokken ladekasten.
Proef de sfeer van het oude Lyon in de traboules: schaars verlichte, overdekte doorgangen tussen twee straten, met deuren aan weerszijden. Elke doorgang is een nieuwe verrassing. Open bijvoorbeeld de deur van Rue du Boeuf 27 en loop door Lyon’s langste traboule. Door stenen poorten, onder trappenhuizen door en over vier hofjes bereik je na 70 meter de winkelstraat Rue Saint Jean aan de andere kant.
9. De cirkel van watervallen in Cirque du Fer-à-Cheval
Cirque du Fer-à-Cheval is een typisch voorbeeld van een keteldal: een cirkelvormig dal, door gletsjers uitgeslepen. Volg de Giffre-rivier 6 kilometer vanuit het dorp Sixt naar het oosten om dit dal – met een diameter van 2 kilometer – te bereiken. Vanuit het midden van deze open weide kijk je uit op de omringende 700 meter hoge rotswanden. Op zo’n dertig plekken kletteren watervallen vanaf deze imposante rotspartijen naar beneden.
Treed in de sporen van alpensteenbokken en bergmarmotten tijdens de ruim 9 kilometer lange rondwandeling naar de Bout du Monde, op 1222 meter hoogte. Je overbrugt een hoogteverschil van 330 meter en kijkt terug op het kronkelende pad dat leidt naar het smalle dal. Je komt tijdens deze wandeling dichterbij diverse watervallen. Ze zijn op hun volst in het late voorjaar, gevoed door smeltwater van de gletsjers op de bijna 3000 meter hoge bergen. Sommige drogen ‘s zomers langzaam op, van andere is er dan nog maar een zacht straaltje over.
10. Noten te kraken in Grenoble
Ingeklemd tussen de rivieren de Drac en de Isère vind je de stad Grenoble. De noordelijke Alpen omgeven de stad en dit levert de bijnaam ‘hoofdstad van de Alpen’ op. Stap aan de oever van de Isère in een ‘bubbel’, een ronde gondel van de Grenoble-kabelbaan, die je in 5 minuten naar het op 500 meter hoogte gelegen Fort de la Bastille brengt. Je kijkt hiervandaan terug op de stad en de omliggende bergen. Bij helder weer is zelfs de Mont Blanc te ontwaren in het noordoosten.
De vallei van de Isère staat bekend om de walnoten, die hier door de Romeinen werden geïntroduceerd. De commerciële productie begon in de 11e eeuw waarna een bloeiende handel in walnotenolie ontstond. Je komt de noot vaak tegen in de regionale gastronomie, onder andere in salades, brood, wijn en kaas. Bezoek de markt op het middeleeuwse Victor Hugo-plein en proef de walnootproducten in de diverse kramen.
11. Vul je wijnglas in de Beaujolais
In de Beaujolais-streek is een leeg wijnglas een doorn in het oog. De streek wordt in een adem genoemd met de fruitige wijn die er vandaan komt. Al sinds de Romeinse tijd bedekken wijngaarden de heuvels. Hiertussen vind je dorpen ‘met de gouden stenen’, zoals Oingt. Deze bijnaam komt van het okergele kalksteen van de huizen die bij zonsopgang en -ondergang onmiskenbaar goud kleuren. Dit doet denken aan het Italiaanse Toscane, vandaar dat deze streek bekend staat als ‘klein Toscane’.
Men ziet de Beaujolais-wijn als een van de minst pretentieuze Franse wijnen en beveelt aan deze als ‘primeur’ (jonge wijn) te drinken. Nadat de wijnindustrie halverwege de vorige eeuw in het slop was geraakt, introduceerden wijnboeren in 1951 dit fenomeen ter stimulering. Het was de bedoeling de wijn binnen enkele weken te drinken, wat urgentie en grote vraag creëerde. Deze traditie bestaat nog steeds: vier het jaarlijkse introductiefeest van de Beaujolais Primeur mee in een lokaal café, op de derde donderdag in november.