12x de mooiste bezienswaardigheden van Sevilla

Loop over’s werelds grootste houten constructie Metro Parasol voor een geweldig uitzicht over de stad, vaar over de rivier Guadalquivir langs de ‘gouden toren’ en bestel een sangria onder de sinaasappelbomen in de levendige wijk Barrio Santa Cruz. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van Sevilla.

Wat te doen in Sevilla?

De bruisende hoofdstad van Andalusië kent islamitische, christelijke en Moorse invloeden, en dat heeft betoverende bouwwerken opgeleverd. De stad barst dan ook van de iconische monumenten. Bezoek de grootste gotische kathedraal ter wereld en Europa’s oudste koninklijke paleis dat nog steeds in gebruik is. Struin over de antiekmarkt op het charmante plein Plaza del Cabildo en stap in een roeiboot voor een tochtje over de gracht van het indrukwekkend grote Plaza de España. Uiteraard mag je een flamencoshow niet overslaan, want dit is de geboorteplaats van deze dans. Ontdek de mooiste bezienswaardigheden in Sevilla en boek uitjes met 4% ledenvoordeel bij GetYourGuide.

1. Metropol Parasol: wandelend over de paddenstoelen

Een van de meest moderne - of eigenlijk opvallende – bezienswaardigheden van de stad staat op Plaza de la Encarnación: het Metropol Parasol. Door locals ook wel Las Setas (de paddenstoelen) genoemd. De gemeenteraad schreef destijds een wedstrijd uit voor de renovatie van het plein, en dit was het winnende project. Het houten bouwwerk uit 2011 is ontworpen door de Duitse architect Jürgen Mayer en zorgt voor een verrassend contrast met de historische gebouwen van de stad. Deze golvende structuur van zes enorme parasols is de grootste houten constructie ter wereld, met afmetingen van 70 x 150 meter en een hoogte van 28 meter.

Op het dakterras wachten je slingerende wandelpaden, met een panoramisch uitzicht over Sevilla. Van La Giralda tot de wijk Triana. Ga erheen tijdens zonsondergang, dan is het plaatje extra mooi. Vervolgens kun je gaan dineren bij een van de gezellige restaurants beneden. Liefhebbers van geschiedenis moeten nog een verdieping lager zijn, in de kelder: ondergronds vind je het Antiquarium, waar je de archeologische overblijfselen kunt zien die zijn gevonden op de site.

2. Casa de Pilatos, mooiste stadspaleis van Sevilla

Dit is misschien wel het mooiste stadspaleis van Sevilla, midden in de levendige wijk Santa Cruz. Het 16de eeuwse paleis is een mix van Mudejar, gotisch en renaissance stijl. Rijkelijk versierd met azulejos (kleine gepolijste stenen), marmeren zuilen en weelderige tuinen. Het wordt voor een deel nog steeds bewoond: vandaag de dag door de 18de hertogin van Medinacelli en haar familie. Het andere gedeelte van het paleis en de bijbehorende tuinen zijn open voor publiek.

Wat het hier zo bijzonder maakt, is de sfeer: je loopt door met bloemen omzoomde patio’s, langs sierlijke fonteinen en door zalen vol kunstwerken en antiek meubilair. En omdat het hier vaak rustiger is dan bij het Real Alcázar, kun je op je gemak de details bewonderen. Van het mooie tegelwerk tot de imposante houten deuren. Vergeet ook niet zo nu en dan even naar boven te kijken: het ene plafond is nog kleurrijker dan het andere.

3. Catedral de Sevilla, de grootste gotische kathedraal

Een van de bekendste bezienswaardigheden van de stad is Catedral de Sevilla uit de 15de eeuw. Het is de grootste gotische kathedraal ter wereld: 116 meter lang en 76 meter breed. Gebouwd in een vijfbeukige kruiskerk-vorm met kapellen, op de plek waar vroeger een Moorse moskee van de Almohaden stond. De kathedraal is niet alleen van buiten indrukwekkend, ook binnen kijk je je ogen uit. Dicht bij de hoofdingang vind je de laatste rustplaats van Christopher Columbus, een van ‘s werelds beroemdste ontdekkingsreizigers. Sla ook de prachtige Patio de los Naranjos met zestig sinaasappelbomen niet over, een van de weinig overgebleven herinneringen aan de oude binnenplaatsen van de Moorse moskeeën.

Bij de afbraak van de moskee is La Giralda behouden gebleven. Beklim je deze 104 meter hoge toren, dan wacht je boven een geweldig uitzicht over het centrum van de stad. Ook zie je er een vier meter hoog bronzen beeld staan, dat meedraait met de wind. Vandaar de bijnaam: giralda = windvaan. Je gaat niet met de trap naar boven, maar via een hellende gang. Zo konden ze vroeger te paard naar boven lopen.

4. Plaza del Cabildo: antiekmarkt op zondagmorgen

Het is even zoeken, maar vlak bij de kathedraal ligt Plaza del Cabildo. Een verborgen parel is het, dit kleine plein met een halfrond gebouw met marmeren zuilen en mooie fresco’s. In de 16de eeuw stond hier een prestigieuze school, het Colegio de San Miguel. Opgericht door het kapittel van de kathedraal. Die werd rond 1950 afgebroken, maar de voorkant met uitzicht op de Avenida de la Constitución is bewaard gebleven. Het drie verdiepingen tellende gebouw dat er nu staat, heeft een halve cirkelvorm. Ontworpen door architect Joaquín Barquín Barón. Je oog trekt al snel naar de arcades, die zijn versierd met prachtige fresco’s van de Sevilliaanse schilder José Palomar.

Beneden vind je een fontein en in de omringende gebouwen een mix van kleine (antiek)winkels, restaurants en cafés voor een kop café con leche. Elke zondagochtend vind je hier ook een antiekmarkt, waar je van alles kunt kopen: van postzegels tot bijzondere kunstwerken. Wil je ernaartoe? Plaza del Cabildo bereik je via een gang van marmeren zuilen vanaf de Avenida de la Constitución, Calle Arfe of Calle Almirantazgo.

5. Flamencoshow in de binnentuin

Sevilla is de bakermat van de flamenco in Spanje. Meer te weten komen over deze dans? Op naar het flamenco museum, liggend in de oude binnenstad van Sevilla, op vijf minuten lopen van de kathedraal. Museo del Baile Flamenco is opgericht door Cristina Hoyos, een van de beroemdste dansers en choreografen uit de geschiedenis. Ontdek de stijlen van flamenco als Alegría, Soleá en Seguiríya. En vergaap je aan de elegante jurken uit verschillende tijdperken. Verder vind je hier schilderijen en foto´s van kunstenaars als Pedro Moreno en Jean Lamouroux. Het is een interactief museum waar je goed ziet hoe de flamenco zich heeft ontwikkeld.

Op de 18de eeuwse binnenplaats komt de nationale dans van Spanje pas echt tot leven. Een groep deskundige dansers geeft hier een authentieke flamencovoorstelling, met een choreagrafie van de legendarische flamencodanseres Cristina Hoyos. Je ziet traditionele Alegrías, lange jurken, wervelende sjaals en klikkende castagnetten. De sinaasappelbomen geven de beleving nog wat extra temperament.

6. Bekendste bezienswaardigheid van de stad: Real Alcázar

Waar de kathedraal misschien de meest opvallende bezienswaardigheid van de stad is, is Real Alcázar de meest bekende. Het is Europa’s oudste koninklijke paleis dat nog steeds in gebruik is. In de 10de eeuw diende het als fort, en vanaf de 11de eeuw werd het vergroot onder Moorse heerschappij. Sinds de 13de eeuw, nadat de Christenen het hadden heroverd, voegden verschillende koningen meerdere paleizen en complexen eraan toe. Dat is ook de reden dat je zoveel verschillende bouwstijlen terugziet: almohade, mudéjar, gotisch en renaissance. Vandaag de dag zijn de bovenste verdiepingen van het paleis nog steeds de residentie van de Spaanse koninklijke familie wanneer zij in Sevilla verblijven.

Het complex is groot en heeft veel verschillende kamers, zalen en binnenplaatsen. Het grootste en bekendste deel van het paleis is Palacio Mudejár. En Patio de las Doncellas is misschien wel de meest gefotografeerde plek van Real Alcazar, met een langwerpige vijver, omringd door allerlei bouwstijlen. De tuinen zijn stuk voor stuk anders met fonteinen, palmbomen, vijvers, fruitbomen en exotische bloemen. Zijn de kinderen mee? Die vinden Jardín del Laberinto waarschijnlijk het leukst; één groot labyrint van hagen.

7. Varend over de Guadalquivir rivier

De Guadalquivir wordt ook wel de levensader van Sevilla genoemd. Deze rivier doorkruist de stad op weg naar zee. Vooral in de 16de eeuw was de rivier belangrijk, toen de schepen vol goederen en mensen via deze ‘weg’ koers zetten naar Amerika. Langs de oevers vind je verschillende bezienswaardigheden zoals de 13de eeuwse wachttoren Torre del Oro, die vroeger diende als bewaker van de rivier.

Huur een fiets en volg het water, of stap op een boot en geniet al varend van de stad. Je komt dan langs de wijk Triana met felgekleurde 18de eeuwse herenhuizen. Leuk weetje: Triana is de thuisbasis van wereldberoemde tegelateliers en pottenbakkerijen. Grote kans dat de tegels die je in de stad in kerken, hotels en privéhuizen ziet in deze wijk zijn gemaakt. Zelfs die bij Plaza de España. Ook een mooie ervaring: onder de historische brug Puente de Triana doorvaren. Die werd gebouwd in 1852 en is daarmee de oudste metalen brug in Spanje.

8. De gouden toren Torre del Oro

Deze 36 meter hoge toren werd in de 12de eeuw gebouwd door de Almohaden, als onderdeel van de Moorse stadswal. De toren diende ooit als verdediging tegen vijandige schepen. Onder water van de Gualdaquivir lag een zware ketting naar de overkant om ze te verhinderen de rivier op te varen. In de bloeitijd van Andalusië, in de 16de eeuw, werden in het met goudkleurige tegels Torre del Oro de goederen uit Amerika opgeslagen. Vaak was het een lading goud, vandaar ook de naam ‘gouden toren’.

Later in de tijd was de toren de locatie voor een gevangenis, een kapel en een opslagplaats voor munitie. Zie je het kleine torentje op de top? Die is er in 1760 op gebouwd. Beklim de toren voor een mooi uitzicht over de Guadalquivir rivier, en bezoek op de bovenste verdieping het kleine maritieme museum (Museo Naval de Sevilla) dat nu in de toren is gevestigd. Daar kom je van alles te weten over de geschiedenis van Sevilla, van antieke scheepvaartinstrumenten tot zeeroutekaarten.

9. Palmbomen en papegaaien in het María Luisa park

Het historische Parque de María Luisa is het grootste park van Sevilla. Waar het stuk grond vroeger nog behoorde tot de privé-tuinen van paleis San Telmo, werd dit in 1893 aan de stad geschonken door de hertogin van Montopensier: María Luisa Fernanda. De Franse tuinarchitect Jean-Claude Nicolas Forestier nam het van 1911 tot 1914 ‘onder handen’, met als resultaat het charmante park van vandaag de dag.

Sinds 18 april 1914 is het open als publiekelijk park en komen veel locals hierheen om te ontsnappen aan de drukte van de stad. Ze struinen over de lange paden, langs vijvers vol eenden en zwanen, fonteinen, mediterrane bomen en tropische planten. Bij de planten en bomen staat geregeld een informatiepaneel, zodat je er meer over kunt lezen. Schrik niet op als er ineens een kleurige papegaai langs vliegt, want ook allerlei soorten vogels komen hier graag.
 

10. Roeien door de gracht van Plaza de España

Struin je door het Maria Luisa park, dan kom je ineens op een enorm imposant plein uit: Plaza de España, met 7000 kleurrijke keramische tegels. Speciaal aangelegd ter ere van de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling van 1929, om de band tussen Spanje, Portugal en haar kolonies te vergroten. Onder andere ontworpen door de in Sevilla geboren architect Aníbal González. Het was een kostbaar project: op den duur werkten er wel duizend mensen tegelijk aan. Het enorme plein heeft een doorsnee van 200 meter en is omringd door gebouwen. Je kunt ze helaas niet van binnen bezichtigen, maar ook van buiten valt er genoeg te zien. Zoals de typische beschilderde keramieken wandtegels. Ook wel azulejos genoemd.

Wat in het oog springt, is de serie van 48 bankjes aan het gebouw. Stuk voor stuk betegeld met keramische tegels. Ze illustreren de verschillende provincies van Spanje met een eigen landkaart, het wapen en een historische gebeurtenis. Midden op het halfronde plein staat een grote fontein te pronken, en ook zie je een gracht met vier bruggen. Tip: stap in een bootje en roei langs het plein. Vanaf het water beleef je die weer heel anders.

11. Spot de 400 zeediersoorten in Acuario de Sevilla

Regenachtige of hete dag? Dan moet je bij Acuario de Sevilla zijn, vlakbij het Maria Luisa park. Want hier loop je door de grootste watertank van Europa om allerlei vissen te bekijken. En daar ben je wel even zoet mee, want er wonen vierhonderd zeediersoorten. Het aquarium is ontworpen rondom de eerste reis rond de wereld; de reis van Magellan in 1519. Zo ervaar je het zeeleven van de rivier de Guadalquivir, de Atlantische Oceaan en de Stille Oceaan en ben je omringd door meer dan 3000 kubieke meter water. Loop over de zeebodem en onder het diepste (9 meter) haaienbassin van het Iberisch schiereiland door, waar zeeschildpadden en verschillende soorten haaien leven.

De ruim dertig watertanks hebben allerlei thema’s, van jungle tot rivieren en zeeën tot oceanen. Waar je het ene moment roggen ziet zwemmen, zie je dan weer zeepaardjes en anaconda's. Er is zelfs een reuzenoctopus. Ook interessant zijn de informatieve tentoonstellingen, over de ecologie van de oceanen.

12. De bruisende wijk Barrio Santa Cruz

De historische wijk Santa Cruz is niet alleen de oudste en meest historische wijk van Sevilla, maar ook de voormalige Joodse wijk. Veel toeristen komen hierheen voor bezienswaardigheden als Alcázar en La Giralda. Maar ook los daarvan is het een leuke wijk om doorheen te struinen. In de ochtend is het er nog lekker rustig, een goed moment om door het doolhof van smalle stegen te slenteren. Je komt allerlei winkels tegen, veelal met handwerk en keramiek. En voor je het weet, sta je ineens op een verborgen patio.

Ook aan sfeervolle pleinen geen gebrek, zoals Plaza Doña Elvira met sinaasappelbomen, een fontein en allerlei restaurants. In de avond komt de wijk pas echt tot leven, met straatmuzikanten en veel gezelligheid bij de tapasrestaurants. Strijk neer op een terras, bestel een glas sangria en een kom salmorejo: een populaire koude soep in de regio. Rijker dan gazpacho, met als topping een fijngehakt hardgekookt ei en ham. Buen provecho!