Portretten wereldverbeteraars

Wij houden van mensen die de wereld beter willen maken! Deze drie ondernemers vielen ons op.

Tekst Pauline Bijster fotografie Merlijn Doomernik

Naam: Merijn Tinga (45)
Is: Plastic soup surfer
Website: plasticsoupsurfer.org

“Toen in 2013 de eerste berichten in het nieuws kwamen over de ‘plastic soup’ in de oceanen, raakte me dat. Ik ben van oorsprong bioloog, en kunstenaar, en sinds mijn achtste surf ik. Ik kwam het plastic ook echt tegen op het strand. Voor mijn eerste project verzamelde ik plastic op het strand en maakte er in mijn atelier met strijkijzers en gasbranders een mal voor, en uiteindelijk een surfboard van. Op dit board van gevonden plastic heb ik gekitesurft langs de hele Nederlandse kust, om aandacht te vragen voor het grote plastic afvalprobleem – zo begon de Plastic Soup Surfer."

 

"Hierna ben ik vijf maanden gaan zeilen met mijn gezin over de Baltische zee voor onderzoek naar plastic. Samen met mijn dochter maakte ik vlogs voor basisscholen. We hebben elke dag plastic opgeruimd. Wat ons opviel: juist aan de westkust van Zweden en de zuidkust van Noorwegen kom je veel plastic tegen uit Nederland en Engeland – als er iets van een etiket of merk te zien was. Ons plastic spoelt daar aan.

In Nederland doen we het best goed qua afvalverwerking, maar het kan beter. Bijvoorbeeld: statiegeld op kleine petflesjes. In buurlanden zoals Duitsland is afval-scheiden veel verder ontwikkeld. In februari 2017 heb ik 60.000 handtekeningen verzameld en een motie ingediend in de Tweede Kamer, die werd overgenomen zonder stemming, dat is uniek. Dit jaar in februari, precies een jaar later, valt er een beslissing. Onze doelstelling is: we willen 90 procent minder zwerfflesjes in de natuur in drie jaar tijd. Met statiegeld op kleine flesjes kunnen we dat wellicht bereiken.

Per jaar komen er honderdmiljoen kleine petflesjes in de natuur terecht, en via je eigen achtertuin, via sloten en grachten en rivieren spoelt het naar de Noordzee. Plastic verteerd nooit, het valt uit elkaar in piepkleine stukjes die terechtkomen in vogelmaagjes en zelfs in de bloedbanen van vissen.
Het gaat om de bewustwording: dat we echt beter om kunnen omgaan met afval. Wij allemaal, maar ook de bedrijven die alle verpakkingen de wereld in sturen, eigenlijk zou ik zelfs willen stellen dat de verantwoordelijkheid grotendeels daar ligt. Afgelopen maanden heb ik om de tafel gezeten met CEO’s van alle grote bedrijven die flesjes en verpakkingen gebruiken. Ook werk ik met deurwaarders om hetzelfde doel te bereiken, en mensen kunnen mij steunen door een klein aandeel van een deurwaarder te financieren via Plasticsoupsurfer.

Helemaal geen plastic verpakkingen gebruiken is niet te doen, dat vind ik zelf ook moeilijk. Plastic is een bijzonder product, het is handig. Maar hoogwaardig recyclen bijvoorbeeld door middel van statiegeld invoeren en gescheiden weggooien, scheelt heel erg! We moeten met zijn allen ervoor gaan zorgen dat het niet meer in de natuur komt.

Ik vind het machtig interessant, als bioloog en als kunstenaar. Ik vind het interessant om te zien hoe de overheid werkt, hoe we misschien invloed kunnen uitoefenen, hoe bedrijven werken. Het is cruciaal dat we onze omgang met plastic veranderen. Ik geloof dat het kan. Het begint bij jezelf, en als wij in Nederland het niet kunnen kan het nergens. We hebben geen reserve-oceaan.”

Naam: Selma Seddik (29)
Is: mede-oprichter van restaurant Instock
Website: www.instock.nl

“Voedselverspilling is een groot probleem: een derde van al het voedsel ter wereld wordt weggegooid. Na mijn studie werkte ik bij een supermarktketen en daar zag ik hoe een net sinaasappels waarvan één rot is, helemaal weg moet. Brood is om 22 uur ’s avonds eigenlijk nog harstikke goed. Het is niet de ‘schuld’ van de supermarkt, de meeste supermarkten doen hun best, bijvoorbeeld met korting-stickers. Maar consumenten kiezen vaak liever een perfect netje sinaasappels. Samen met twee anderen bedacht ik een plan: hoe kunnen we meer circulair gaan denken, zorgen dat er minder eten weggegooid wordt? We wonnen een Ahold-ondernemersprijs en konden beginnen met het eerste pop-up restaurant op het Westergasterrein in Amsterdam."

"Elke ochtend reden we met een elektrisch autootje langs ongeveer acht supermarkten. Bij het restaurant aangekomen, begon het blackbook (zonder recept) cooking: zo mooi mogelijke gerechten maken van wat er aan eten over was die dag. We hebben altijd gezorgd dat de gerechten tiptop waren, om te bewijzen dat verspild voedsel hoogwaardig van kwaliteit is. En we hadden heel creatieve koks. Alles voldeed aan de regels die worden gesteld aan voedsel en horeca. We gebruiken uiteraard geen producten over de datum. We wilden ook het imago van weggegooid eten beter maken. De reacties waren superpositief. Inmiddels hebben we drie vaste vestigingen van Instock, ook in Den Haag en Utrecht, en een foodtruck voor op festivals.

Het zou fijn zijn als iedereen dit verhaal kent: want het meeste eten wordt niet eens door supermarkten weggegooid, maar bij mensen thuis. We hebben daarom ook het Instock Kookboek gemaakt, daarin staan allerlei tips over hoe je eten langer kunt bewaren, bijvoorbeeld door het te roken of te drogen. Als je een stuk komkommer dat je overhebt meteen in zoetzuur zet, krijg je een heerlijke pickle. Het is een andere manier van met eten omgaan. We bieden ook een Lespakket Voedselverspilling aan. En sinds kort brouwen we ons eigen bier: Bammetjes-bier en Pieper-bier. Het mout is gedeeltelijk vervangen door – de naam zegt het al – oud brood of aardappels.

Het laatste project is ons eigen sorteercentrum waarvandaan we de producten die over zijn uit de supermarkten, ook verkopen aan allerlei andere restaurants en cateraars. We zijn nu echt op grotere schaal bezig met het redden van eten. Ik ben altijd maatschappelijk betrokken geweest. Ik heb niet voor niets politicologie gestudeerd. Maar ik houd vooral van de praktische benadering en het feit dat we écht iets kunnen doen, we kunnen de praktijk opzoeken om lokaal impact te maken. Het is superleuk om elke dag aan iets te werken waarvan ik denk: hiermee maken we Nederland echt een stukje beter.”

Naam: Tom van de Beek (40)
Is: Pollinator
Website: www.thepollinators.org

“Ik ben sinds 2010 al bezig met projecten die bijen beschermen. Veel bijensoorten zijn met uitsterven bedreigd, maar ze zijn belangrijk om ons voedsel te bestuiven, als ze verdwijnen hebben we echt een groot probleem. Naar aanleiding van de bijenprojecten onderzocht ik wat echt nodig is voor bijen en andere insecten om te kunnen blijven leven: en dat is biodiversiteit. Zoveel mogelijk verschillende bloemen, planten, bomen en een rijke bodem zijn nodig voor insecten en vogels om te kunnen overleven. Vanuit deze gedachte begonnen we eind 2016 met The Pollinators. Er bestonden al projecten her en der in het land ter bevordering van biodiversiteit, maar deze waren nog niet verenigd. Met The Pollinators – ‘de bestuivers’ – verenigen we die initiatieven en we zaaien en planten we bollen op zoveel mogelijk plekken in steden en dorpen."

"We willen het verhaal vertellen van de bloemen en de kleine beestjes. Je ziet ze niet, maar we hebben ze nodig. Regenwormen bijvoorbeeld zijn belangrijk voor de gezondheid van de aarde, ze kunnen ons groenafval omzetten in vruchtbare compost. We hebben de bijen en vliegen en vlinders en rupsen allemaal nodig, en daarvoor moeten we hun leefomgeving in stand houden. De afgelopen decennia is veel grond en biodiversiteit verloren gegaan door bestrijdingsmiddelen en door grootschalige monocultuur in de landbouw. Mensen zijn haast vergeten om de aarde en haar planten en insecten te waarderen.

Wat ik zelf een mooi pollinator-project vind, is de ‘ontferm-berm’. Mensen worden hierbij aangespoord om zelf bermen schoon te houden door zwerfafval op te ruimen. En ook tot het bloemen planten in bermen, ‘guerilla gardening’. Wij bieden biologisch bloemzaad aan. We hebben een aantal BN’ers die als ambassadeurs met ons mee-zaaien, en we worden gesponsord door leuke bedrijven zoals BMWi en Patagonia. De elektrische auto’s waarmee we rondrijden zijn gunstig voor de luchtkwaliteit en daarom goed voor de bijtjes. Eigenlijk zouden we met zijn allen pollinators kunnen zijn: ons doel is dan ook om zoveel mogelijk mensen in te zetten om onze steden en dorpen weer bloemrijker te maken. We willen een beweging creëren van bewuste mensen en bedrijven die voor de aarde willen zorgen.

Op 22 april, de dag van de aarde, is het Nationale Zaaidag. Dan gaan we op allerlei plekken in Nederland zaaien met zoveel mogelijk mensen. We doen ook projecten samen met basisscholen, en we bieden cursussen aan bijvoorbeeld over eetbare bloemen.

Weet je, we hebben maar één planeet, en we consumeren alsof we er drie hebben. Het helpt als iedereen zou beseffen hoe afhankelijk we eigenlijk van de planeet zijn in plaats van andersom. We moeten allemaal beter voor haar gaan zorgen, en door te bestuiven kunnen we iets kleins teruggeven. Ik wil graag iets teruggeven. Zoveel mogelijk kleine stukjes grond mooier maken in plaats van lelijker.”