Naar de inhoudLogo van de ANWBANWB Homepage

Rijtest Polestar 1

15 mei 2020 Een elektrische Volvo, maar dan anders

Voor een nieuw automerk, dat zegt uitsluitend elektrisch aangedreven modellen te gaan produceren, is de Polestar 1 een beetje ‘n wassen neus. Dat maakt de plug-in hybride coupé echter niet minder begeerlijk!

Type auto en prijs

De wedergeboorte van de elektrische auto dwingt de traditionele autowereld tot forse investeringen. Die kan lang niet elke fabrikant opbrengen: sommige bedrijven vallen om, andere vluchten in de armen van wat voorheen hun grootste rivalen waren. Te midden van al dat tumult verschijnen er doodleuk nieuwe spelers op de markt. Merken zonder dealerorganisatie of talrijke fabrieken, die zich met weinig kunnen bedruipen. Polestar is daar een voorbeeld van, al opereert deze firma onder de veilige vleugels van moederbedrijf Volvo. Dat kocht het voormalige autosportbedrijf in 2015 met de bedoeling er een exclusief merk voor elektrische personenwagens van te maken. De Polestar 1 is daarvan het uithangbord: een oogverblindende coupé, die de nieuwelingen overigens niet zelf hebben ontwikkeld. De 1 zag namelijk het levenslicht als een Volvo studiemodel. De eerste Polestar is een semi-elektrische sportwagen. Daarvan zijn er niet zoveel: feitelijk komt de enige concurrentie van BMW, dat met de i8 in een soortgelijk model voorziet. Met een prijskaartje van € 159.500 is de Zweed duurder dan de Duitser, waarvoor de Nederlandse importeur minimaal € 151.273 verlangt. Bovendien bestaat er van de i8 ook een open variant; de Polestar is er alleen als coupé. Daar staat tegenover dat de 1 uiterst compleet is uitgerust – op de optielijst vinden we alleen nog matte lak – en rondjes om de BMW draait wanneer het gaat om het rijbereik op stroom: met een fabrieksopgave van 125 kilometer is de Polestar momenteel zelfs de plug-in hybride met het grootste elektrische rijbereik ter wereld. De oplage is gelimiteerd: er worden maar 1.500 exemplaren van de 1 gemaakt. In de zomer van 2020 is de rol van het pronkstuk uitgespeeld: dan verschijnt de volledig elektrische Polestar 2 op de markt, met grotere gebruiksmogelijkheden en een aanmerkelijk vriendelijker prijskaartje.

Hoe rijdt de Polestar 1

Een plug-in hybride met het gewicht van een kleine vrachtauto en de prijs van een sportwagen: de Polestar 1 is in meerdere opzichten een bijzondere auto. De coupé combineert een 2.0-liter viercilinder benzinemotor met niet een, niet twee, maar wel drié elektromotoren! Het gecombineerde vermogen bedraagt dan ook een stevige 609 pk en maar liefst 1.000 Nm. Niet alleen het koppel van de Polestar bevat drie nullen. Dat geldt net zo goed voor het gewicht: de coupé weegt 2.350 kilogram. En dan is de carrosserie van de auto nog wel opgetrokken uit kostbaar koolstofvezel! Desondanks deelt de 1 tijdens het accelereren een gemene duw in je rug uit, zéker in de sportstand. De sprinttijd van 0 naar 100 kilometer per uur bedraagt 4,2 seconden. Zijn gewicht verbloemen kan de Polestar echter niet. Dat merk je wanneer je moet remmen. In de bocht gedraagt het zwaargewicht zich juist lichtvoetig: omdat de brandstofmotor de voorwielen aandrijft en de achterwielen ieder beschikken over een eigen elektromotor, is de coupé niet alleen vierwielaangedreven maar kan het beschikbare vermogen bovendien naar de wielen met de meeste grip worden gestuurd. Dat maakt, dat je kogelhard met de 1 de hoek om kunt. Je beleeft daar alleen minder plezier aan dan bij een reguliere sportwagen, want de besturing werkt zonder veel gevoel. Wie langer is dan gemiddeld, zit daarnaast opvallend hoog in de auto. Grootste manco is het gebrek aan geluid. Nu maken elektrische auto’s doorgaans geen geluid, maar sommige fabrikanten proberen dat nog te verbloemen met een kunstmatige ‘soundtrack’. Die moeite hebben ze zich bij Polestar bespaard en dat hadden ze beter niet kunnen doen: op eigen kracht klinken de elektromotoren iel en bibberig, alsof ze afkomstig zijn uit een golfkarretje. De verbrandingsmotor brengt juist een rauw geluid voort; een beetje zoals dat van een bestelbus. In beide gevallen dissoneren die geluiden nogal met hoe de coupé er van buiten uitziet. Al dat uiterlijk vertoon – de 1 wordt standaard geleverd op 21-inch wielen – maakt dat de PHEV ook rumoerig is wanneer je hem niét de sporen geeft. Het mag officieel dan geen Volvo heten, maar er kan geen twijfel over bestaan tot welk concern Polestar behoort. Zo is het instrumentarium afkomstig van het moederbedrijf en beschikt de 1 over een rijke aanvullende veiligheidsuitrusting. Hulpsystemen als adaptieve cruise control, dode hoek signalering, een noodstopsysteem en fileassisttent zitten bij de prijs inbegrepen.

De Polestar 1 van binnen

Op het embleem van het stuur na, zou je zweren dat je in een moderne Volvo hebt plaatsgenomen, wanneer je de deur van de Polestar achter je dicht trekt. Daar is overigens weinig mis mee, want de ergonomie van hedendaagse Volvo’s geldt als een van de beste op de markt. Het aanraakscherm waarop je de meeste functies bedient, werkt intuïtief als de tablet die bij de meeste mensen op de koffietafel ligt. De voortreffelijke stoelen zouden ook niet in je woonkamer misstaan. De achterbank van de 1 is er alleen voor de sier, maar daar hebben de Zweden dan ook een waar kunststukje van gemaakt. De zitplaatsen – of extra bergruimte; daarover later meer – zijn bekleed met een contrasterende kleur leder en worden door een sierlijst met de rest van het interieur verbonden. Opvallend zijn de goudgele veiligheidsgordels: die in het oog springende kleur keert ook aan de buitenzijde terug en is een eerbetoon aan het bedrijf waarvan Volvo al sinds jaar en dag zijn dempers betrekt. In het geval van de Polestar kun je die zelfs handmatig verstellen (al heb je voor de achterste exemplaren dan wel een flinke krik nodig). Een dergelijk stuk gereedschap past niet in de kofferruimte, want de inhoud daarvan is zo klein, dat Polestar geen officiële cijfers bekend maakt. Als goedmakertje voor het beperkte gebruiksgemak is de bagageruimte omgetoverd in een soort toonzaal, waar de batterijen in te kijk liggen. Het doet denken aan klassieke sportwagens, die hun tien- en twaalfcilinder verbrandingsmotoren onder een doorzichtige motorkap tentoonstellen. Als het al zou kunnen, zou ‘t zonde zijn om daar je boodschappentassen voor te zetten.

De Polestar 1 en het milieu

Met een inhoud van 34 kWh is het batterijpakket van de Polestar groter dan dat van een volledig elektrische Mini. Zoals gezegd, komt de plug-in hybride coupé op papier 125 kilometer ver. Het hoogste getal dat wij op de boordcomputer voorbij hebben zien komen, was 117 stuks. Wanneer je de instellingen ongemoeid laat, maakt de 1 de aanwezige stroom als eerste op. Geen gelukkige zet, want is de batterij eenmaal leeg, dan komt het niet geringe wagengewicht vrijwel volledig voor rekening van de traditionele verbrandingsmotor. Diep weggestopt in het menu van het infotainmentsysteem bestaat gelukkig de mogelijkheid om je stroom nog even te ‘bewaren’. Een speciale stand van de automaat geeft je daarnaast de kans om extra remenergie terug te winnen. Door optimaal van dergelijke mogelijkheden gebruik te maken, kwamen wij tot een praktijkverbruik van 1 op 29,6. Dat is weliswaar niet waar de Zweden mee adverteren – in de folder prijkt een cijfer van 1 op 142,8 (!) – maar wij waren alsnog behoorlijk onder de indruk. Opladen kan aan ieder mogelijk laadpunt, van een huis-, tuin- en keukenstopcontact tot een snellaadpaal. Die laatste optie duurt met een laadsnelheid van 50 kW ongeveer een uurtje. Aan een publiek laadpunt ben je zomaar 12 uur zoet.

Conclusie

De Polestar 1 is welbeschouwd geen elektrische auto, maar wat geeft dat eigenlijk? Het doel van de plug-in hybride coupé was om de aandacht te trekken en daarin is het model glansrijk geslaagd. Het wekt bovendien vertrouwen dat Volvo zijn naam aan dit nieuwe merk wil verbinden. Dat gaat vooral zijn vruchten afwerpen bij de komst van betaalbaardere modellen: de 1 blijft voorbehouden aan de ‘happy few’ en zelfs die zullen alle zeilen bij moeten zetten, om er nog eentje te pakken te krijgen. Koester daarom de momenten dat je er eentje tegenkomt. Die kans is straks het grootst in een museum.