Traditionele buitenspiegel op de tocht

Camera's staan klaar om rol als onmisbaar hulpmiddel over te nemen

De afgelopen 100 jaar is de buitenspiegel verworden van een kostbare accessoire tot een onmisbaar hulpmiddel. Maar het zou zomaar kunnen, dat een volgend jubileum er niet in zit.

Tegenwoordig doen buitenspiegels veel meer dan alleen maar laten zien wat er achter je gebeurt. Zo kun je ze verwarmen, word je met een lampje in de spiegel geattendeerd op achteropkomend verkeer en in sommige gevallen schijnt jouw buitenspiegel zelfs een lichtje bij, zodat je niet onverhoopt in de hondenpoep trapt wanneer je in het donker in je auto stapt.

Geboren als gewichtsbesparing

Het is onduidelijk wie nou precies de buitenspiegel heeft uitgevonden. De naam van Ray Harroun wordt echter het vaakst genoemd. Deze Amerikaanse coureur monteerde een centrale achteruitkijkspiegel op zijn racewagen. Niet om meer te kunnen zien, maar om gewicht te besparen. Want geloof het of niet, maar tot die tijd werden coureurs tijdens de wedstrijd vergezeld door een monteur, die vertelde wanneer het veilig was om in te halen. Harroun won op die manier de allereerste editie van de prestigieuze 500 Mijl van Indianapolis.

De buitenspiegel zoals we die tegenwoordig kennen, hoeft in Europa pas sinds 1971 te worden gevoerd. En dan ging het in eerste instantie louter om het línkerexemplaar. Voor die tijd kon je wel een buitenspiegel bestellen, maar daarvoor moest je bijbetalen. Daarvoor had lang niet iedereen geld over.

€ 140 boete

De rechter buitenspiegel was aanvankelijk hetzelfde lot beschoren. Dat exemplaar is verplicht voor nieuwe auto’s die sinds 2010 op kenteken zijn gezet. In zekere zin kosten buitenspiegels trouwens nog steeds geld: heb je niet het aantal vereiste spiegels voor een auto van dat bouwjaar, dan levert jou dat een boete op van € 140.

Technologische ontwikkelingen maken de buitenspiegel in de toekomst overbodig: geen spiegels, maar camera’s aan de zijkant van je auto. De voorziening is in 2014 al goedgekeurd, lang voordat de eerste auto met zulke techniek op de markt verscheen. Dat was de Audi e-tron, die sinds eind vorig jaar in de Nederlandse showrooms staat.

Lastig inschatten

Met digitale buitenspiegels behoren dode hoeken volgens de Duitsers tot het verleden en bovendien bespaar je op stroom of brandstof, omdat de luchtweerstand van de auto minder is. Verstellen gaat eenvoudig, net als bij reguliere buitenspiegels eigenlijk. Er in kíjken is echter een heel ander verhaal. Niet alleen moet je jouw ogen naar beneden richten; het blijkt ook lastig om bij een inhaalmanoeuvre de snelheid van achteropkomend verkeer in te schatten, of diepte te zien tijdens het parkeren.

Dat zijn dan alleen nog de aanpassingen die jouw eigen ogen moeten doen; de camera’s werken namelijk ook niet vlekkeloos. Ze hebben bijvoorbeeld moeite met fel zonlicht of een plotselinge overgang van licht naar donker. Zulke camera’s worden nog niet standaard meegeleverd; je moet er ruim 10 mille voor bijbetalen, omdat de gadget alleen leverbaar is in combinatie met meerdere optiepaketten. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de vandalismegevoeligheid!

Handige tips

Voordat we allemaal op camera’s durven vertrouwen in het verkeer, hebben we dus nog wel even. Daarom tot slot nog een paar tips om je buitenspiegels op de juiste manier af te stellen:

  • Stel je spiegels in op een vlakke ondergrond
  • Stel je spiegels in terwijl je in jouw vaste rijhouding achter het stuur zit
  • Zorg dat je in de buitenspiegels de zijkant van je auto (net) niet ziet
  • Zorg dat de horizon zich op driekwart hoogte in je spiegels bevindt

Lees meer over licht en zicht in het verkeer